Bij werken in opdracht van Waterwegen & Zeekanaal NV voor de inrichting van een gecontroleerd overstromingsgebied te Bazel (Kruibeke) in mei 2012 kwamen resten van een vliegtuig aan de oppervlakte. De gevonden objecten waren drie bommen (die door DOVO onschadelijk gemaakt werden), een motor, een blusapparaat en een propeller. Dit werd gemeld aan het Agentschap Onroerend Erfgoed van Vlaanderen. Op 7 mei 2012 bezocht het Agentschap het terrein waar in samenwerking met BAHAAT de eerste vaststellingen gedaan werden. De twee volgende dagen en ook op 27 juni werd nog verder gezocht maar er kwamen geen grote objecten meer boven. Aangezien de Mosquito hoofdzakelijk uit hout gebouwd was, is het niet verwonderlijk dat er slechts zeer beperkte resten gevonden werden. Het verslag van dit archeologisch onderzoek kan geraadpleegd worden via deze link https://oar.onroerenderfgoed.be/publicaties/OAOE/7/OAOE007-001.pdf
De resten waren afkomstig van De Havilland Mosquito B.IV W4064 GB-C van 105 Squadron. W4064 behoorde tot de eerste gebouwde Mosquitos (W4050-W4099) en 105 Squadron was het eerste squadron om ermee uitgerust te worden (voorafgegaan door 1 Photographic Reconnaissance Unit). W4064 was de eerste Mosquito die aan 105 Squadron afgeleverd werd op 15 november 1941. Daarvoor was dit squadron uitgerust met Blenheims. De opdracht op 31 mei 1942 was blijkbaar ook de allereerste oorlogsmissie met Mosquito van 105 Squadron. W4064 was een van vijf Mosquitos die toen uitgezonden werden om de resultaten van de bombardementen van de voorbije nacht op Keulen te gaan fotograferen; tegelijk hadden ze ook enkele bommen mee om boven het doelwit af te werpen. Ze werden uitgestuurd met tussenpozen tussen 4 u ’s morgens en 17 u ’s avonds. W4064 was het tweede vliegtuig dat opsteeg; aan de stuurknuppel zat P/O William D. Kennard (101549) met als navigator P/O Eric R. Johnson (108041). Op weg naar het doelwit werden ze mogelijk geraakt door Duitse flak in de omgeving van Antwerpen maar volgens een Duits telegram zou de Mosquito neergeschoten zijn door drie Duitse jagers alhoewel er geen specifieke claims bekend zijn van Duitse jachtpiloten. Kennard probeerde de controle te behouden; de teruggevonden schroef stond in vaanstand. Maar bij de poging tot noodlanding crashte het toestel in de linkeroever van de Schelde te Bazel. De piloot werd pas op 15 juni 1942 teruggevonden in de Schelde. Het is niet duidelijk waar de twee bemanningsleden aanvankelijk begraven werden. De begraafplaats voor Geallieerde gesneuvelden in Fort III werd pas een jaar later in gebruik genomen. Ze rusten nu in het CWGC-perk van de Schoonselhofbegraafplaats te Antwerpen.
Voor deze bemanning werd in 2014 een gedenkteken onthuld op het binnenplein van het gemeentehuis annex ontmoetingscentrum van Kruibeke. Ondertussen verhuisde het gedenkteken naar de plaats in de polders waar de resten gevonden werden. De gevonden resten van het vliegtuig werden overgedragen aan BAHAAT en zijn tentoongesteld in het museum For Freedom in Ramskapelle (Knokke-Heist).
Met dank aan Peter Snoeckx voor de tip en de foto’s.