Gedenkteken voor de slachtoffers van het bombardement van 27 april 1944

In de lente van 1944 activeerde het Geallieerde opperbevel het zogenaamde ‘Transportation Plan’. Het plan maakte vooral spoorwegcentra met rangeerstations en herstelwerkplaatsen tot prioritaire doelwitten. Spoorwegen waren toen een belangrijk middel om legereenheden en hun materiaal snel van het ene eind van het land naar het andere eind te verplaatsen. De bedoeling was om het spoorwegverkeer zoveel mogelijk lam te leggen of in elk geval zoveel mogelijk te hinderen in België en Noord Frankrijk. Zo wilde men het Duitse leger beletten om de Geallieerde invasie van het Europese vasteland die er zat aan te komen te counteren door versterkingen aan te voeren. En alhoewel Air Marshall ‘Bomber’ Harris er bezwaar tegen maakte dat de bommenwerpers van zijn Bomber Command afgeleid werden van hun doelwitten in Duitsland, moest hij zich neerleggen bij een tijdelijke verlegging van hun doelwitten.
De eerste raid van deze campagne had plaats in de nacht van 6 op 7 maart 1944 met het Franse Trappes, ten westen van Parijs, als doelwit. Het eerste Belgische doelwit was Kortrijk in de nacht van 26 op 27 maart. Daarna volgden Merelbeke bij Gent in de nacht van 10-11 april en Ottignies in de nacht van 20 op 21 april.
En dan was Montzen aan de beurt. Montzen maakt tegenwoordig deel uit van de gemeente Plombières, niet zover van de Belgisch-Duitse grens en van Aken. Het ligt op de strategisch belangrijke spoorlijnen van Antwerpen en Luik naar Duitsland. Tussen de dorpen Montzen en Montzen-Gare ligt een belangrijk rangeerstation. Zoals de naam al aangeeft ontstond Montzen-Gare als arbeiderswijk voor de in het rangeerstation tewerkgestelde arbeiders. Het rangeerstation vormde het doelwit van het bombardement in de nacht van 27 op 28 april 1944.
De Royal Air Force leed zware verliezen bij het bombardement van Montzen. Op de nachtjachtbasis van Brustem was er die dag een ‘Kommandeursbesprechung’: het kruim van de nachtjagers van Nachtjagdgeschwader 1, vier Gruppen sterk (I. Venlo, II. Saint-Dizier, III. Laon-Athies, IV. Brustem), was er bij mekaar. Toen het duidelijk werd dat er een bombardement op til was, stegen niet alleen de nachtjagers van Brustem zelf op maar ook de bezoekers klommen in hun jager. De eerste Britse bommenwerper ging neer omstreeks halftwee ten noorden van Aubel als slachtoffer van Oblt Heinz Schnaufer, de Duitse nachtjacht-aas par excellence. Van de 144 ingezette viermotorige bommenwerpers werden er 15 neergeschoten, zo’n 10% verliezen.
Maar ook op de grond vielen veel slachtoffers: in minder dan een half uur vielen er 76 doden en ongeveer 150 gewonden (de cijfers variëren naar gelang de bron). Voor deze slachtoffers werd al in 1946 een gedenkplaat geplaatst aan een kapelletje op de hoek van de Rue du Bois, Rue des Champs en de Rue Saint-Roch. De kapel dateert uit 1695 en werd opgericht om goddelijke hulp bij een pestepidemie in te roepen. De gedenkplaten voor het bombardement van 1944 werden er in 1946 en in 1985 aan toegevoegd.
De gemeente Plombières herdenkt regelmatig het bombardement: zowel in 2014 en 2019 werden de slachtoffers op gepaste wijze herdacht. De kapel en omgeving zien er ook netjes onderhouden uit.

Beelden: © Luc Wittemans
Datum gebeurtenis:
27/04/1944
Datum registratie:
03/07/2021
Locatie:
Gedenkteken voor de slachtoffers van het bombardement van 27 april 1944
Adres:
Op de hoek van de Rue du Bois, Rue des Champs en de Rue Saint-Roch, Montzen-Gare, Plombières
Lengtegraad:
5°57’19.3″E
Breedtegraad:
50°43’31.4″N

FEEDBACK

Ce site utilise des cookies pour optimiser votre expérience utilisateur. En continuant à surfer sur Internet, vous acceptez notre politique de confidentialité et d’utilisation de cookies. Accepter Lire Plus

'Ce Accepter Lire Plus