Op 5 mei 1942 ondernam de Royal Air Force operatie Circus 157 gericht tegen de krachtcentrale van Sequedin, bij Lille in Noord Frankrijk. De bedoeling van Circus-operaties was niet in de eerste plaats om veel schade aan te richten aan het doelwit maar vooral om de jachtvliegtuigen van de Luftwaffe uit hun kot te lokken en aan te vallen. Daarom werd meestal slechts een zeer beperkt aantal bommenwerpers uitgestuurd (zes of acht) maar ze werden wel vergezeld van een zeer groot aantal jachtvliegtuigen als escorte die de strijd moesten aanbinden met de Duitse jagers.
Voor Circus 157 werden zes tweemotorige bommenwerpers van het type Douglas Boston van 226 Squadron naar het doelwit gezonden met een escorte van 12 squadrons jachtvliegtuigen. Het escorte werd verdeeld zowel in de hoogte als in de tijd zodat de bommenwerpers beschermd werden tot aan het doelwit en terug. In de omgeving van het doelwit zorgden de squadrons 64, 122 en 313 voor de bescherming. Ze raakten slaags met de Luftwaffe en vier Spitfires, drie van 122 Squadron en een van 313 Squadron, werden neergeschoten en crashten in België.
De Belgische Flight Lieutenant Baudouin de Hemptinne van 122 Squadron (Spitfire BM312/MT-T) kwam neer in Dranouter. De Canadese Flight Sergeant Rolland Joffre Ribout, eveneens van 122 Squadron (Spitfire BM138/MT-N) kwam neer in Ploegsteert. En de Tsjecho-Slovaak Sergeant Karel Pavlik van 313 Squadron (Spitfire BM261) viel op de Kemmelberg. De Tsjecho-slovaakse Squadron Leader Frantisek Fajtl van 122 Squadron werd eveneens neergeschoten maar kon zijn valscherm gebruiken boven Noord Frankrijk en aan de bezetter ontsnappen.
De Spitfire V (BM404/MT-A) van Flight Sergeant Stacey Jones van 122 Squadron, waarschijnlijk het slachtoffer van Oblt Klaus Mietusch van 7./JG 26, viel langs de Provenseweg te Poperinge.
De vier slachtoffers werden naast elkaar begraven op het CWGC-perk van het Ieperse Stedelijke begraafplaats. Joffre Ribout, Pavlik en Jones rusten er nog steeds. Het lichaam van Baudouin de Hemptinne werd in 1948 overgebracht naar het Belgische ereperk op de begraafplaats van Brussel te Evere.
Voor drie van de vier piloten is in het verleden al een gedenkteken opgericht of een gedenkplaat aangebracht. Baudouin de Hemptinne heeft sedert 5 mei 1992 een gedenkplaat op de parking van het vroegere sterrenrestaurant In de Wulf, tegenwoordig ’t Sparhof, in de Wulvestraat in Dranouter. Sergeant Pavlik is sedert 1999 herdacht met een monument in de Lettingstraat in Dranouter. Voor Flight Sergeant Joffre Ribout is in 2007 een gedenkteken ingehuldigd in Ploegsteert. Voor de vier gesneuvelden is, samen met de afzonderlijke gedenkplaat voor de Hemptinne, nog een gedenkplaat ingehuldigd op het kerkplein van Dranouter.
Voor Flight Sergeant Stacey Jones tenslotte is in 2017, exact 75 jaar na zijn dood, een gedenkteken onthuld in de Provenseweg te Poperinge. Het gedenkteken is het werk van Peter Berghman. De tekst is zowel in het Nederlands als in het Engels en omvat ook een foto van de piloot en van het wrak van zijn vliegtuig zoals het tegen de voorgevel van een boerderij tot stilstand kwam.
Geïnteresseerden kunnen op de website van Toerisme Poperingen een brochure downloaden met meer informatie over de luchtstrijd van 5 mei 1942 en de gesneuvelde piloten.
https://www.toerismepoperinge.be/en/getfile/boekjeStaceyJones_2170.pdf/bestand
Over de gebeurtenissen van die ene dag in mei 1942 verscheen in 1987 een boek van de hand van André Vandenameele en Dirk Decuypere, Circus 157, een eigen uitgave van de auteurs, waarschijnlijk alleen nog maar te vinden in de tweedehandsboekhandel. We kunnen de lectuur hiervan warm aanbevelen.
Met dank aan Ricky Van Dyck die ons de foto’s van dit gedenkteken bezorgde.