In 1911 werd in een nauwelijks begroeid stadsbos van Krefeld de eerste landingsbaan aangelegd. Het stadsbestuur wou nauw betrokken raken bij de luchtvaartindustrie en rond 1914 gingen ze intensief op zoek naar zakenpartners om er samen met een vliegschool ook een vliegtuigfabriek op te richten. De eerste onderhandelingen om extra grond te verwerven verliepen erg moeizaam, boeren verkochten hun land met tegenzin. Er werd gekozen voor het ‘Hohes Feld’, een gebied met vruchtbare landbouwgrond die er zelfs voor de Eerste Wereldoorlog grotendeels ongebruikt bij lag. Pas in 1916 kon een militair luchtvaartstation worden opgericht. Acht vliegtuighangars, een scheepswerf, een brandstofdepot, een autohangar en een spoorweggebouw vonden een plaats op het ongeveer 400 hectare grote terrein. In 1917 was het vliegveld gereed en in het contract met het Duitse Rijk was bepaald dat de stad Krefeld het terrein gratis ter beschikking zou stellen. Als het gebied na 30 jaar niet meer als vliegveld wordt gebruikt, moest het gratis worden teruggegeven aan de stad. Het contract liep van 1 april 1916 tot 31 maart 1945.
Toen Krefelds vliegerheld Lt Karl Emil Schäfer (°Krefeld 17 december 1891, †Zandvoorde-Zonnebeke 5 juni 1917) in zijn geboorteplaats werd begraven, landden ook de beroemde jachtpiloten Werner Voss en Manfred von Richthofen in Bockum. Karl Schäfer was een van de belangrijkste Duitse vliegende azen van de oorlog, met dertig bevestigde luchtoverwinningen.
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog bezetten de Fransen en Belgen het vliegveld.
Op 17 januari 1919 vond de eerste (militaire) postvlucht plaats tussen Haren-Evere en de Belgische bezettingsmacht in Bockum en Mönchen-Gladbach.
Op 18 april 1919 vertrokken op Haren-Evere de 5e en 10e smaldelen naar Bockum, als onderdeel van de geallieerde bezettingsmacht.
Drie toestellen met belangrijke personaliteiten aan boord moesten op 24 april 1919 een noodlanding maken na hun vertrek van op Haren-Evere richting Bockum. Koning Albert (met piloot Jean Stampe), vleugeladjudant Cdt Raoul Van Overstraeten (piloot Dubois) en Koningin Elisabeth (piloot Henri Crombez) kwamen in een hagelstorm terecht en landden respectievelijk in Duren, Visé en Liège. Eens de storm was geluwd, konden ze hun reis verder zetten.
Op 7 juni 1919 kwam Adj Léon Cremers (11 Esc) met een Fokker D.VII om het leven tijdens een acrovlucht (zie databank www.hangarflying.eu/erfgoedsites/graf-van-adj-leon-cremers/ )
Op 22 oktober 1920 sneuvelde 1Sgt Georges Lermusiau (11 Esc) in een DH-4.
22 februari 1921, SLt Robert Gordinne (12 Esc) en Slt Georges Bernard (16Art.Lour.) sneuvelen in Bockum in een Breguet 14 (nr. 4).
Het Laatste Nieuws van 30 juni 1921 en Het Volk van 1 juli 1921 vermelden in een lijst van eenheden bij het Belgisch Bezettingsleger het 11e en 12e Smaldeel van de Militaire Luchtvaart te ‘Bochum’. Ook hier wordt weer verkeerdelijk ‘Bochum’ geschreven ipv ‘Bockum’, een schrijffout die we regelmatig zien terugkomen.
Acht jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog werden 1.500 vierkante meter grote hangars ontmanteld en naar België gebracht. Toen de bezetter vertrok – een precieze datum missen we – nam de stad Krefeld het vliegveld over. Op 2 februari 1926 landde het eerste Duitse vliegtuig. Luft Hansa begon al snel met het organiseren van enkele feederdiensten. Een groot deel van de vracht bestond uit hoogwaardige producten uit de Krefeldse fluweel- en zijde-industrie. De voornaamste bestemmingen waren Londen en Parijs.
In 1936 kreeg de luchthaven opnieuw een militaire functie. In de jaren veertig was er nog een behoorlijke ontvangst- en incheckhal voor passagiers en vracht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog beperkte de rol van het vliegveld zich tot luchtsteun aan Duitse grondtroepen.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het vliegveld bezet door de Engelsen. Het terrein was van weinig waarde voor de Royal Air Force, het werd gedeeltelijk gebruikt als bevoorradingsdepot. Grote delen van de landingsbaan waren al snel weer landbouwgrond of kregen een bestemming als bouwgrond gezien het grote aantal gezinnen die na de vernielingen van de Tweede Wereldoorlog op zoek waren naar een nieuwe woning.
De gedenksteen van de luchthaven werd in 1991 geschonken door de burgervereniging Gartenstadt. De steen die gebruikt is voor het monument werd gevonden tijdens het baggeren in de Elfrather See, een meer ten noordoosten van Krefeld. De bronzen plaquette toont de toegangspoort van het voormalige vliegveld.
Bronnen:
Gastbeitrag Crefelder Geschichte: Flugplatz Krefeld
La Libre Belgique, La Dernière Heure, Le Soir, Vers L’Avenir en La Meuse.
