Aan de kerk vond Georges Lecomte ook het familiegraf van de familie Cremers. Daarin rust Léon Benoit Marie Cremers (°Zwijnaarde 7 mei 1897). Hij was jachtpiloot in de Eerste Wereldoorlog. Op 5 december 1917 behaalde hij in Etampes zijn militair brevet. Op 7 juni 1919 sneuvelde hij als adjudant van het 11de Smaldeel te Bockum-Krefeld (en niet Bochum zoals in sommige bronnen vermeld). Naar verluidt crashte hij met een Fokker D-VII (niet bevestigd).
Verdere info en documenten van Rik Goethijn (1 november 2009):
Léon Benoit Marie Cremers. Of Leo-Benedictus-Maria Cremers, geboren te Zwijnaarde op 7 mei 1897
Op 5 december 1917 behaalde hij aan de militaire vliegschool te Etampes (Frankrijk) zijn militair brevet. Hij was jachtpiloot in de Eerste Wereldoorlog en opereerde aan het front vanaf de Moeren een Belgisch militair vliegveld in de buurt van Diksmuide bij het 9e squadron.(De distel?) (bijgevoegde foto is waarschijnlijk daar genomen “camel_cremers_01.jpg”).
Op 7 juni 1919 verongelukte hij bij een vliegongeval als adjudant van het 11e squadron te Bockum-Krefeld in bezet gebied. Waarschijnlijk met een Fokker D-VII.
Hij werd later erkend als gesneuvelde in WO1 en zijn naam, Leon Cremers, werd opgenomen in de lijst van gesneuvelden op het herdenkingsmonument aan de kerk te Zwijnaarde.
Vanaf april 1919 had de Belgische militaire luchtvaart zich georganiseerd rond de 8 squadrons waaronder 3 jacht squadrons met Hanriot HD1s, Sopwith Camels, Nieuwpoort XVIIs, Spad VIIs en Fokker D. VIIs, de laatste zijn overgenomen uit de Duitsers als compenserende maatregel voor de oorlog. Als lid van de bezettingsmacht in Duitsland moesten door Belgie een reeks taken en opdrachten worden uitgevoerd door de luchtmacht en landmacht waaronder de continue aanwezigheid van een verkenningsescadrille in Bockum (Krefeld) een vervangend systeem werd bijgehouden van 1919 tot 1924. Tot 1926 had de Belgische bezettingsmacht het voor het zeggen in Krefeld.
Waarschijnlijk was adj Cremers de zoon van Dokter en gemeenteraadslid Dr. Jules Cremers overleden te Zwijnaarde in 1941. Hij woonde in de nog steeds bestaande villa naast de oprit van RVT Zonnebloem in de Heerweg zuid.
