Jean Eugène Célestin Roy, zoon van Emile Roy en Alice Ralet, werd in Luik geboren op 17 oktober 1912. Hij woonde toen in de Rue des Armuriers 24. Roy was copiloot van de Boeing 707-329 die op 15 februari 1961 neerstortte in Berg. Meer informatie over deze crash is te vinden in het boek ‘Sabena 548, de laatste vlucht van Juliet Bravo’ van Kevin Cleynhens. Ook de onderstaande tekst is van Kevin.
Op 21 november 1931 kreeg hij van de bevelhebber van de Militaire Luchtvaart Lt Gen Gillieaux het bericht dat hij als leerling-piloot werd aanvaard in de 67e Promotie. Op 30 november moest hij zich aanbieden in de vliegschool van Wevelgem.
Jean behaalde het burgerlijk vliegbrevet te Saint-Hubert op 26 maart 1932. Tijdens zijn militaire opleiding kreeg hij op 31 mei 1932 enkele dagen arrest in de politiekamer omdat hij tijdens een niet toegelaten manoever een noodlanding moest uitvoeren. Hij behaalde zijn elementair brevet op 14 november 1932 en zijn militair brevet op 31 mei 1933. Als sergeant-vlieger verlengde hij zijn verbintenis met de Militaire Luchtvaart en op 26 december 1935 werd hij 1 Sgt Vl.
Na zijn opleiding vervoegde Jean het 1ste of 3de smaldeel van de IIIde Verkennings- en Bommenwerpersgroep van het 2de Luchtvaartregiment in Bierset. In 1935 ging hij, ingevolge reorganisatie van het wapen, over naar het 5de smaldeel van de Iste Groep van het 3de Luchtvaartregiment (5/I/3Ae) te Evere (nachtbommenwerpers). Dat smaldeel gebruikte Fokkers FVII/3m en Breguet 19 versierd met de vleermuis. Het kende geen lang bestaan en het werd opgenomen in het 1ste smaldeel van de Iste Groep van het 3de Luchtvaartregiment.
Op 23 december 1933 huwde Sgt Vl Roy in Wilrijk met Lucy Cox. Naar wat toen gebruikelijk was verklaarde Lucy: “Je soussignée, Lucy Cox, déclare m’engager à ne pas suivre mon futur époux, Jean Roy, dans les camps ou cantonnements, ni en campagne. »
Op 1 augustus 1938 werd hij met onbepaald verlof gestuurd en opgenomen in het kader van reserveofficieren. Tussen 6 en 9 mei 1940 voerde hij verschillende vluchten uit tussen Wevelgem en Evere, samen met 1 Sgt Lejaer en Carpentier, zowel als piloot als passagier. Op Wevelgem kreeg hij de nodige instructies van Maj Leboutte en Lt Gillis, hij vloog met Caudron Goeland, Fairey Battle en Fairey Fox. Volgens Jean betrof het trainingsvluchten na zijn periode van inactiviteit bij de Militaire Luchtvaart.
Jean was reeds voor de oorlog in dienst bij Sabena.
Op het moment van de crash woonde Jean in de Lambermontlaan 452 te Schaarbeek. Hij had Air Transport Pilot License (ATPL) nummer 109/248 (geldig tot 5 april 1961). De licentie was geldig voor DC-6, DC-7, Boeing 707, IFR, en nachtvluchten. Daarnaast had hij ook een beperkte radiolicentie. Op 8 februari 1961 had hij 16.231 uren 5 minuten gevlogen. Hij kreeg zes uur simulatortraining op de Boeing 707 en 14 uur en 45 minuten (14 uur dag, 45 minuten nacht) vluchttraining. Op 21 maart 1960 behaalde hij zijn kwalificatie voor de Boeing, die hij op 31 oktober van dat jaar vernieuwde. In totaal had hij 686 vluchturen op de 707.
Jean en Lucy hadden één zoon, Paul. Jean ligt samen met zijn vrouw begraven op de begraafplaats van Schaarbeek.