Luitenant Vlieger Paul Costey sneuvelde op 15 mei 1940. Hij rust naast soldaat Hamou Bekhouche van 33 Régiment d’Artillerie Nord Africain (33 RANA) die een dag eerder om het leven kwam bij een Duits bombardement.
Het 7de smaldeel van de III Groupe de Chasse (III/7) van de Franse Luchtmacht, gestationeerd in Vitry-le-Francois (Marne, Frankrijk), kreeg op 15 mei 1940 ’s ochtends de opdracht om tussen 12.15 en 12.45 uur een aanval uit te voeren op Duitse vliegtuigen in de regio Namen-Charleroi. Luitenant Costey bevond zich in de tweede van drie patrouilles. Om 12.40 uur worden de negen Morane-Saulnier MS 406 aangevallen door twaalf Messerschmitt Bf 109. Volgens een getuige op de grond valt een eerste MS 406 na een luchtgevecht ten prooi aan een Bf 109. Het is Luitenant Paul Cosey die het leven verliest, zijn vliegtuig komt neer langs de baan Forennes-Morialmé, in een weiland achter een hoeve van de Gregoire-familie.
Van de negen Moranes van III/7 zouden er die dag maar vier terugkeren naar hun basis.
Dezelfde dag komt ook een Potez 63 neer in het weiland waarin Costey is gesneuveld. De bemanning overleeft de crash en wordt met Franse ambulances afgevoerd.
Paul Costey was pas in januari 1940 gehuwd en zou op 15 mei 1940 zijn 26ste verjaardag gevierd hebben.
Het lichaam van Costey wordt gevonden en begraven door Camille Gillain. Pas een jaar later wordt het lichaam geïdentificeerd door een Franse overheidsdienst die op zoek is naar vermiste personen en gesneuvelden van de l’Armée de l’Air. De identificatie is onder meer mogelijk dankzij een kenteken dat Costey droeg en bewaard werd door de burgemeester. Onderdelen van de Morane werden opgegraven en dankzij het nummer op een machinegeweer van het vliegtuig konden de onderzoekers bevestigen dat het wel degelijk om het toestel ging waarin Costey was omgekomen.
Bron: Tragique mai 40 à Saint-Aubin. Roland Charlier/Emile Eugène/René Lebrun, Association des Groupements Saint-Aubin, Saint-Aubin, 1990.
Begin 1918 had de Duitse bezetter aan de gemeente Saint-Aubin gevraagd om een perceel ter beschikking te stellen voor gesneuvelde soldaten van verschillende nationaliteiten. De eerste teraardebestelling vond plaats op 6 juni 1918. In totaal zouden 168 militairen hier een graf krijgen. Franse soldaten werden ontgraven in 1922, Belgen in 1925 en Duitsers in 1931. Zestien grafstenen (tien Duitsers, drie Belgen, drie Fransen) werden in 2016 terug gevonden en prachtig gerestaureerd. Ze zijn zichtbaar op een van de foto’s en staan op het pad dat leidt naar het graf van Ltn Paul Costey. (Volgens een informatiebord op de begraafplaats.)
In Saint-Aubin werd ook een straat naam Costey genoemd.
Zie ook het monument voor Costey in de Rue du Pont du Sansoir in Saint-Aubin.