Hadelin Jean Denis Marie Joseph Ghislain d’Hoop, geboren te Melle op 17 december 1932, overleden te Kaulille op 9 september 1965.
Hij leerde vliegen met de 120e Promotie leerling-piloten die begonnen aan hun opleiding op 1 mei 1951. Ze ontvingen hun vleugels van piloot op 11 september 1952.
Op 17 april 1958, na als leider van een grote formatie Hunters van 7e Wing van Chièvres de Expo 58 overvlogen te hebben, vloog hij samen met Jean Cuignet nog een paar gesimuleerde luchtgevechten. Ze raakten echter gedesoriënteerd en moesten een noodlanding maken in Noord Frankrijk op het in onbruik geraakte vliegveld van Bapaume (Hunters F6 IF29 en IF44 bleven omzeggens ongeschonden). Als ‘straf’ mocht Hadelin d’Hoop enkele maanden doelen gaan slepen met Meteor op het Duitse eiland Sylt.
Eind oktober 1958 maakte hij voor de korpsfeesten van de 7e Wing eenmalig deel uit van het Rode Duivels-team om een ruit van negen Hunters te kunnen vliegen. Later, in de periode 1961-1963, vloog als vast teamlid.
Op 28 oktober 1963, met de komst van de F-104G, werd de 7e Wing ontbonden en een aantal piloten waaronder Cdt Hadelin d’Hoop, gingen over naar de 1e Wing van Beauvechain. In augustus 1964 maakte hij deel uit van het 349 Squadron, na conversie naar F-104G. Korte tijd later ging hij over naar de 10e Wing van Kleine Brogel om er CO te worden van het 23e Smaldeel.
Majoor d’Hoop verongelukte op 9 september 1965 te Kaulille tijdens een demonstratievlucht met F-104G FX92. Hij rust in de familiekelder van de familie d’Hoop op het kerkhof van Merelbeke.