Tijdens de militaire oefening ‘Lance One’ waren de 13de Compagnie en enkele radio-operators van het 1ste Bataljon Parachutisten op 26 juni 1963 van Melsbroek opgestegen met vier C-119 Flying Boxcars om een gezamenlijke valschermsprong uit te voeren ten zuiden van het Duitse Büren. Door de slechte weersomstandigheden kon het vliegtuig niet landen en er werd koers gezet naar het RAF-vliegveld Gütersloh om de toestellen daar aan de grond te zetten. Bij het overvliegen van het militair oefenterrein Sennelager werd de CP45 getroffen door mortiervuur, een Britse eenheid had de eindtijd van de oefening overschreden. Door het koelbloedig optreden en de heldhaftige houding van de bemanning en van enkele sprongonderrichters konden nog negen parachutisten het vliegtuig veilig verlaten. Vijf bemanningsleden en 33 inzittenden verloren het leven in Detmold (Rijnland-Westfalen/Duitsland).
Jean-Louis Bréban (°31 mei 1943) uit Balâtre, was één van de slachtoffers. Het was op uitdrukkelijk verzoek van zijn ouders dat hij in zijn gemeente werd begraven. De meeste slachtoffers kregen een laatste rustplaats in Schaffen. Jean-Louis Bréban was de zesde van elf kinderen. Hij was pas 20 toen hij sneuvelde.