René Jean Ghislain Demoulin, geboren te Ougrée op 25 mei 1920, overleden te Port Vendres, Frankrijk, op 6 april 1944.
Na zijn middelbare studies gaat hij in het leger als leerling-piloot. Hij begint zijn opleiding met de 81ste Promotie bij het smaldeel van de Militaire Vliegschool te Antwerpen-Deurne. Op 23 april 1940 behaalt hij zijn vleugels als militair piloot. Als sergeant-vlieger komt hij op 29 april 1940 bij het 3e Luchtvaart-Regiment maar minder dan twee weken later breekt de Tweede Wereldoorlog ook effectief uit. Als onervaren piloot voert hij waarschijnlijk geen oorlogsopdrachten uit maar trekt met zijn eenheid terug naar Frankrijk. Daar bereiden de Belgen zich voor op een heruitrusting met de Breguet 694 (waarvan België er 32 besteld had) of de Lioré-et-Olivier LeO 45 (waarvan de Franse luchtmacht er een aantal zou ter beschikking stellen). Er werd een detachement van 6 Belgische piloten samengesteld om een opleiding op tweemotorige toestellen te volgen; aan de groep werden ook enkele waarnemers toegevoegd. Luitenant Jacques Philippart zou de opleiding geven op Caudron Goéland te Bordeaux. René Demoulin maakte deel uit van deze groep. Het is al snel duidelijk dat er van deze opleiding weinig in huis ging komen en de groep van 11 piloten en waarnemers scheept te Bayonne in op een Brits schip. Op 23 juni 1940 komen ze aan in Groot-Brittannië. Hoewel sommigen nog maar weinig ervaring hebben, worden ze snel omgeschoold op Bristol Blenheim bij No 5 Operational Training Unit. Op 4 augustus 1940 worden de Belgen verdeeld tussen 235 en 236 Squadron van Coastal Command. Sergeant René Demoulin komt bij 235 Squadron terecht, samen met Henry Gonay, Leopold Heimes, Lucien Javaux, James Kirkpatrick, Olivier Lejeune, Albert Michiels, Léon Prévot, Charles Roman en François Venesoen.
In november 1940 worden delen van 235 en 236 Squadron afgesplitst om het nieuwe 272 Squadron te vormen en zo komt René Demoulin in deze eenheid terecht. Aanvankelijk vloog deze eenheid hetzelfde vliegtuigtype en dezelfde soort opdrachten als zijn voorgangers maar in het voorjaar van 1941 werden ze omgeschoold op Bristol Beaufighter en een maand later werden ze naar Egypte gestuurd waar dringend nood was aan versterking in de strijd van het Britse 8ste Leger tegen Woestijnvos Rommel en zijn Italiaanse bondgenoot. Daar zouden de Belgen van 272 Squadron naam en faam maken met aanvallen op Duitse en Italiaanse schepen en vliegtuigen die de Duits-Italiaanse eenheden probeerden te bevoorraden.
René Demoulin wordt bevorderd tot Pilot Officer op 7 augustus 1941 en exact een jaar later tot Flying Officer. Kort voor deze laatste bevordering krijgt hij een rustpauze wanneer hij op 15 juli 1942 bij No 2 Operational Training Unit en op 29 juli bij No 3 Delivery Flight terecht komt. Op 14 november gaat hij naar 171 Squadron, vermoedelijk om zich vertrouwd te maken met de Curtiss P-40 Tomahawk, waarna hij in januari 1943 naar het pas opgerichte 349 (Belgian) Squadron te lkeja in Nigeria gestuurd wordt. Ook Charles Roman en Olivier Lejeune komen ongeveer op dezelfde manier bij deze eenheid terecht. Deze drie Belgische piloten zijn gewend aan een actieve inzet en willen er dan ook zo snel mogelijk weg. Roman en Lejeune keren dan ook in mei 1943 al terug naar 272 Squadron. René Demoulin moet echter wat langer wachten: hij raakt gekwetst in februari 1943 en verblijft tot juni 1943 in een hospitaal in Freetown.
Op 6 juni 1943 keert hij terug naar 272 Squadron. Ongeveer een maand later begint de invasie van Sicilië waaraan 272 Squadron zijn steun verleent. Op 7 augustus 1943 wordt René Demoulin Flight Lieutenant. 272 Squadron opereert achtereenvolgens vanaf Malta, Sicilië en Sardinië. Begin 1944 wordt Demoulin Acting Squadron Leader (tijdelijke bevordering) en hij krijgt de leiding van A Flight. Met Charles Roman aan het hoofd van B Flight, had de eenheid nu twee Belgen aan de top.
Op 6 april 1944 stijgt hij op van Alghero op Sardinië aan boord van Beaufighter X LZ482 (code H) met als navigator F/S John S. Barker. Bij een aanval op een schip voor de Franse havenstad Port Vendres (op de grens met Spanje), zagen andere piloten hoe een stuk van de vleugel van Demoulin’s Beaufighter afbrak waarna vlammen uit de motor sloegen en het vliegtuig uiteindelijk in het water crashte.
Tijdens een bezoek aan het kerkhof van de wijk Sclessin van Luik ontdekte de redactie bij toeval het graf van René Demoulin. Hij ligt er schijnbaar begraven naast zijn broer Marcel Demoulin die omkwam op 1 november 1944 te Stolberg, mogelijk in een Duits kamp waar hij als gewapend verzetsstrijder naartoe gevoerd was; hierover hebben we geen informatie kunnen vinden.
Eigenaardig genoeg vermeld de CWGC database René Demoulin als “missing” met een vermelding op het Malta Memorial voor de piloten en bemanningsleden zonder gekend graf. Ook op het ereperk op het kerkhof van Evere staat een grafsteen voor René Demoulin met de vermelding ‘disparu’.
