Op het kerkhof van Anvaing werden twee Commonwealth gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog begraven. Het betreft twee jachtpiloten van de Royal Air Force.
Op 26 oktober 1918 vertrokken de Sopwith Camels van 65 Squadron vanaf Bissegem. Tijdens deze missie werd 2nd Lieutenant Arthur E. Moir neergeschoten met zijn Camel H7005; de locatie waarop zijn teamgenoten hem brandend zagen neerstortten is ‘Esseghem’. Essegem is een wijk of gehucht van Jette (Brussel) en dus onwaarschijnlijk aangezien de actie zich ver van Brussel situeerde. De interpretatie verschilt naargelang de bron: Elsegem (Oudenaarde) of Isseghem (Izegem). Elsegem ligt niet zo heel ver van Anvaing waar hij nu begraven is; Izegem lijkt minder waarschijnlijk. De meest waarschijnlijk claim voor deze overwinning lijkt Ltn zur See Gotthard Sachsenberg van Marinefeldjasta I. Eén bron vermeld eveneens Lt Rumey van Jasta 5, zijn laatste bevestigde overwinning van in totaal 45 dateert van 27 september 1918 en dat was ook de dag dat hij sneuvelde.
4 Squadron Australian Flying Corps was in de laatste weken van de Eerste Wereldoorlog gebaseerd op Grand Ennetières bij Rijsel in Noord Frankrijk. Het was het tweede squadron van de Royal Air Force dat Sopwith Snipes als uitrusting ontving. 4 november 1918 was een rampzalige dag voor 4 Squadron AFC: de eenheid verloor drie piloten in een luchtgevecht. Ze escorteerden een groep bommenwerpers toen ze werden aangevallen door de Fokkers van Jasta 2. Een van de slachtoffers was Lt Arthur J. Palliser, zelf een aas met zeven overwinningen (zes Fokker D.VIIs en een ballon). Zijn Snipe E8064 viel bij Ath, hij is begraven naast 2Lt Moir op het kerkhof van Anvaing. Volgens de CWGC zou hij overleden zijn op 5 november 1918.