Reeds in 1922 werd aan de Zusters Oblaten van Sint-Benedictus gevraagd om in Tertre (nu Rue Olivier Lhoir 6-10) een weeshuis op te richten. In 1933 werd een kapel opgericht, het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis en een slaapzaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hier dus een weeshuis gevestigd, uitsluitend voor meisjes tussen de twee en achttien jaar.
De grootscheepse geallieerde landing in Normandië (Operation Overlord) vanaf 6 juni 1944 werd voorafgegaan door het Transportation Plan. Met strategische bombardementen op onder meer bruggen en spoorwegcentra wou men verhinderen dat de Duitsers troepenversterkingen en materiaal richting invasiestranden stuurden. Saint-Ghislain met zijn belangrijke spoorweginfrastructuur, was een van de plaatsen die bijzonder zwaar getroffen werd. Vooral de burgerbevolking beleefde een waar inferno. Niet minder dan zeven keer kreunde Saint-Ghislain onder een bombardement. Meer en meer mensen begonnen de stad te verlaten, maar toch zouden nog 90 burgers sterven onder de bommenregen. Het spreekt vanzelf dat de kranten vol stonden van berichten over de moordende geallieerde bombardementen die vooral de burgerbevolking troffen, ze blokletteren de ‘onmenselijke luchtterreur’. Toch is het opmerkelijk hoe snel het drama van Tertre (nu een deelgemeente van Saint-Ghislain) naar de achtergrond verdwijnt, misschien omdat meer aandacht ging naar bombardementen op Brussel, Diest, Leuven, Mechelen, … Saint-Ghislain kreeg een officiële erkenning als ‘slachtoffer van oorlogsfeiten 1940-1945.’
‘Collateral damage’ of ‘friendly fire’ zijn termen die de rauwe werkelijkheid verbloemen, zo ook in Tertre.
Tijdens het vierde bombardement op Saint-Ghislain, dat van 23 april 1944, werden naar schatting 7,2 ton bommen op de stad gelost. De drie Typhoons Ib en veertien Typhoons Ib die werden ingezet, waren respectievelijk van het 193 en 257 Sqn RAF. De toestellen waren gebaseerd op de RAF Advanced Landing Ground (ALG) Needs Oar Point (Hampshire, UK). Op zondag 23 april 1944 vlogen ze eerst naar RAF Manston, niet ver van de kust in Kent. Om 11.50 uur vertrokken ze naar Saint-Ghislain om terug te keren om 13.15 uur. Ze vlogen die dag nog een tweede missie, om 18.30 uur richting Noord-Frankrijk voor de aanval op een V1-lanceerinstelling.
Eén van de bommen die moest gelost worden boven Saint-Ghislain bleef haperen onder een Typhoon. Toen ze even later toch los kwam, viel ze per ongeluk op het klooster van Tertre, precies op het gebouw van het weeshuis. De kinderen en enkele volwassenen hadden een kwartiertje voor de start van het bombardement, in de eetzaal de waarschuwing gekregen om naar de schuilkelder te gaan. De vliegtuigbom boorde zich in het gebouw en in de kelder waar de kinderen en hun begeleiders een ‘veilige’ plaats hadden gevonden. Grote delen van het gebouw stortten in op de kelder.
De hulp kwam zeer snel op gang. Dertien kinderen – volgens sommige bronnen zestien – werden levend van onder de brokstukken bevrijd. Drie artsen installeerden zich in een nabijgelegen gebouw en dienden de eerste zorgen toe.
Volgens een officiële mededeling verspreid op 28 april 1945, zouden zesenveertig kinderen, twee religieuzen en een huishoudelijke hulp het leven verliezen. Buiten het weeshuis werden die dag nog vier andere personen gedood en twee zwaar gewond.
Een dag na het drama kwam koningin Elisabeth een laatste groet brengen aan de slachtoffers. De slachtoffers waren opgebaard in een nabijgelegen klaslokaal, ingericht als kapel. Ook Prins de Ligne is de plaats van het drama komen bezoeken. De overlevenden werden door Prins de Ligne vijf maanden opgevangen in zijn kasteel van Beloeil.
Op dinsdag 25 april 1944 vond in Jemappes de begrafenis plaats van acht kinderen (Bouchy, Dubois, twee zussen Telliers, Malengreau, Henniscq, Gérard en Samain). (Journal de Borinage, 26 april 1944). De schrijfwijze van de kinderen komt niet overeen met deze op de gedenkplaten.
Achttien lichamen van kinderen waren ondertussen naar hun respectievelijke woonplaatsen overgebracht. (Het Laatste Nieuws, 27 april 1944)
Op woensdag 26 april 1944 vond in Tertre een herdenkingsmis plaats.
De orde Zusters Oblaten van Sint-Benedictus fusioneerde in 1966 met de Salesianen van Don Bosco. Deze laatste maken er in 1975 in Tertre een instituut van de jeugdbescherming van, Les Gais Pavillions. Als gevolg van hervormingen binnen de jeugdhulp is het sinds 2003 een onthaaldienst en educatieve dienst geworden, Le Bivouac SRG (Service Résidentiel Général).
Het is lovenswaardig dat in Tertre nog gedenkplaten de ramp in het weeshuis gedenken, het is een triest verhaal dat absoluut niet mag verloren gaan. Toch lijkt het ons aangewezen om het verhaal van de slachtoffers te vervolledigen door extra lokale research.
Tijdens die verschrikkelijke oorlogsdagen in Saint-Ghislain en Tertre zal het zeker niet eenvoudig geweest zijn om een bilan te maken van dodelijke slachtoffers en gewonden. Bovendien verliep de identificatie van sommige kinderen moeilijk bij gebrek aan ouders die lichamen konden identificeren.
Op de gedenkplaat aan het Mariabeeld is sprake van 43 kinderen en twee zusters die omkwamen.
Op de plaat op het kerkhof worden 46 kinderen plus twee volwassenen herdacht (dubbele vermelding Dannaux en Drange?) Nergens is op de gedenkplaten sprake van de huishoudhulp die het leven liet. Volgens lokale bronnen werden de resten van de kinderen begraven op het kerkhof, bij de gedenkplaat. Volgens onze research werden vermoedelijk niet alle kinderen begraven in Tertre, omdat er bijvoorbeeld ook sprake is van een begrafenis in Jemappes.
Bronnen:
ZB 909. Des bombes sur Saint-Ghislain. Philippe Gilgean
Aline Doome, directrice Le Bivouac SRG
Musée de la Foire et de la Mémoire
Denis Coulon
Diverse kranten