Auteur Wim Govaerts schreef in ‘Lancaster verliezen in België 1941-1945’ (Deel 3): ‘De Lancaster was op weg naar huis nadat hij een succesvol bombardement op Berlijn had uitgevoerd. Paulin Mathot, twintig jaar oud, woonde in de bossen rond Satour om te vermijden dat de Duitsers hem zouden oppakken voor verplichte tewerkstelling in Duitsland. Op 27 januari (1944), vlak voor middernacht, vloog de formatie bommenwerpers over België. In het oosten hoorde hij het geluid van automatisch vuur. Er gingen een paar minuten voorbij, toen hij plots merkte dat één van de vliegtuigen uit de lucht viel. De Lancaster, één van de 34 die vannacht verloren zouden gaan, vloog met gierende motoren over zijn hoofd en stortte een ogenblik later neer. In tegenstelling tot andere toestellen schoot de Lancaster niet in brand, waardoor men aanneemt dat de nachtjager op de romp vuurde in plaats van op de brandstoftanks. Het vliegtuig was neergehaald door Major Wilhelm Herget van de basis van Florennes, samen met zijn radio-operator Hans Liebherr en de ‘derde man’, Emil Gröss. De Lancaster was in stukken gebroken, die over de hele buurt verspreid lagen. Het was al gauw duidelijk dat niemand de crash had overleefd. In de cockpit werden twee mannen aangetroffen, waarvan er twee een valscherm droegen. Selwyn Alcock, de piloot, vloog zijn 49e operatie. Hij werd samen met zijn bemanning begraven in Jusaine op 29 januari. De stoffelijke resten van Selwyn Alcock en zijn bemanning werden in mei 1947 ontgraven. Ze kregen een definitieve rustplaats op de militaire begraafplaats van Hotton. Flight Lieutenant Alcock kreeg het DFC, maar zou het nooit te weten komen vermits de details pas op 13 oktober 1944 werden gepubliceerd in de London Gazette.’
De bemanning bestond uit: piloot F/L Selwyn H. Alcock DFC, boordwerktuigkundige Sgt Stanley Bullamore, navigator F/L Eric W. Sargent DFC, bommenrichter F/O Robert H Adamson RCAF, radio-operator F/L Leslie G. Davis, boordschutters W/O Victor G. Osterloh en F/O William H. Hewson.
Over deze crash publiceerde Roger Perkin in 1992 in eigen beheer een boekje: ‘Pathfinder Pilot : The search for Selwyn Alcock DFC’. Het boekje was het resultaat van een zoektocht nadat hij in contact kwam met de weduwe van Selwyn Alcock die hem vroeg uit te zoeken wat er precies met haar echtgenoot gebeurde die fatale nacht.
In de vroege ochtend van 28 april 1942 stortte ook Wellington Z8901 van de 27e OTU neer in Satour, waarbij de vijf bemanningsleden omkwamen. De Wellington IC Z8901 BB-V van 27 Operational Training Unit RAF kwam in de nacht van 27 op 28 april 1942 rond 02.15 uur neer in Sautour. Het toestel was in RAF Lichfield (Staffordshire, UK) opgestegen voor het gooien van propagandapamfletten in de regio Lille. Het werd vermoedelijk neergehaald door Fw Fritz Schellwat van 5./NJG1. Deze bemanningsleden kwamen om, ze werden begraven in Charleroi:
Sgt George Anthony Dale (RAFVR, pilot,) Sgt Walter James Jewell (RAFVR, observer,) Sgt Arthur William Greer (RAAF, wireless operator-air gunner,) Sgt Wilfred George Mutton (RNZAF, wireless operator-air gunner,) Sgt Eric Charles Inder (air gunner.)
Een tweede Wellington (X9635 27 OTU) met eenzelfde missie is die nacht neergestort in Durnal (zie database.)
De dorpelingen suggereerden hun priester dat hij een mis zou opdragen voor de gesneuvelden. De Duitsers waren echter op de hoogte van de plannen en arresteerden de priester. Desondanks hield de bevolking van Satour een eredienst. Op de plaats van de crash werd ook een herdenkingskruis opgericht. Het wrak van de Wellington werd weggehaald door een Duits bergingsteam, maar het kruis lieten ze ongemoeid. Het bleef er nog vele jaren staan, tot Michel Putzeys in 1986 suggereerde om een nieuw kruis te plaatsen dat het oude, verweerde kruis zou vervangen. Op 11 mei 1986 werd het nieuwe kruis, gesculpteerd in eikenhout ingezegend door de lokale priester, ter nagedachtenis aan de twaalf mannen die in Satour het leven lieten. Het opschrift luidt: ‘Aux Memoires des Equipages de la RAF, Tombés en Combat 1942-1944 – Ter nagedachtenis aan de RAF-bemanningen die sneuvelden in de strijd, 1942-1944’.
In januari 2006 schreef Wim: ‘ik kan het me nog goed herinneren dat het een echte zoektocht was om dit kruis weer te vinden. In Sautour, een dorpje zo groot als een zakdoek, vroeg ik het aan verschillende inwoners en ik had zelfs een foto bij van het kruis. Echt onwaarschijnlijk, zelfs oudere mensen wisten hiervan niets. Tot ik net buiten het dorp op een weg een man tegenkwam die op wandel was met zijn hond. Gelukkig wist hij wel waar het stond…’
Je ziet vanuit het centrum van Sautour een straat naar het noorden vertrekken, de Rue Lavaux. Die gaat dan verder naar het noordoosten over in de Rue des Terres aux Pierres. Aan het begin van de Rue des Terres volg je een straatje naar rechts. Daar waar dit straatje zijn eerste knik weer naar boven maakt staat het houten kruis op de linkerkant van de weg. Het is geen verharde weg.