We hebben jarenlang onderzoek gedaan naar de oorsprong van het monument, echter zonder resultaat.
In Approach, de nieuwsbrief van de Noordzee Vliegclub (jaargang 32, mei 2013) verscheen nu een uitgebreid artikel over het monument.
De deskundige research werd verricht door heemkundige en geschiedschrijver Dries Degryse, heel knap werk! Het artikel werd geschreven door Michel Huybrechts, voorzitter van de Noordzee Vliegclub. We danken beide heren omdat we hier een deel van hun tekst mogen overnemen. Ter inleiding wil Hangar Flying nog vermelden dat zich ook binnen in het clubhuis enkele kleinere beeldhouwwerken bevinden.
Volgens informatie die ons werd bezorgd door Michel Huybrechts zal het beeldhouwwerk aan de zijgevel van het clubhuis, bij afbraak van het clubhuis worden gerecupereerd en aan de voorkant van het nieuwe gebouw worden geplaatst. Een precieze planning is nog niet voorhanden.
In zijn artikel in Approach laat Michel Huybrechts researcher Degryse aan het woord:
In mijn verzamelde documenten over de geschiedenis van de luchthaven Raversijde, had ik verschillende foto’s over een beeldhouwer, die indertijd de sierstukken aan de ingang van de luchthavens Raversijde en Knokke Zoute gemaakt heeft. Meer gegevens ontbraken echter. Door een vriend van mij, Robert Vanhixe, werd ik in contact gebracht met de voorzitter van de Noordzee Vliegclub, Michel Huybrechts. Hij vroeg mij om gegevens over of foto’s van die beeldhouwer op te zoeken. Iets wat ik zeer graag aanvaardde. Daar ik als heemkundige al wat ondervinding had met opzoekingwerk, ben ik gaan speuren in het verleden en hoe deze beeldhouwer op de luchthaven terechtgekomen is. Door een gelukkig toeval ben ik terechtgekomen bij de kleindochter Katrien Maertens van genoemde beeldhouwer Dries Maertens. Zij heeft mij een heel eind op weg geholpen. Ziehier wat ik over deze beeldhouwer vernomen heb.
Dries Maertens werd geboren op 7 juni 1900 te Rumbeke uit een groot en zeer christelijk gezin van acht kinderen, waarvan hij het jongste kind was. Al vroeg kwam zijn kunstzin en liefde voor het beeldhouwen naar voor. In de jaren 1916-1917, in volle oorlogsperiode, volgde hij op zeventienjarige leeftijd reeds de lessen van Closse modelage aan de kunstacademie van Roeselare. Hij was ook lid van de plaatselijke vereniging Kunstkring Primavera. In 1922 werd hij opgeroepen voor het Belgische leger, maar mocht zijn kunst voortzetten. In 1923 is hij in het huwelijk getreden met Gabriél Vercruyse te Rumbeke. In 1925 werd hij secretaris van de Vlaamse postzegelkring. Nog vóór de tweede wereldoorlog had hij toen al een reisvereniging Kosmos gesticht, die veel bijval kende. Zo vooruitziende was hij toen reeds.
Dries Maertens was zeer cultureel gebonden en door zijn kunstzin en intellectuele contacten werd hij Vlaamsgezind, maar hij was bij geen enkele politieke partij aangesloten. Het was alleen zijn beeldhouwkunst en cultuur die hem interesseerden. Hij was ook goed gekend om zijn organisatietalent. Voor een man met zoveel kwaliteiten was het geen wonder dat hij in de branding van de tweede wereldoorlog meegesleurd werd in de perikelen na de bevrijding en zoals bij veel mensen, schuldig of niet, aangehouden werd.
Op 16 juni 1945 werd hij op bevel van de commissaris van Roeselare opgepakt. Een reden werd nooit opgegeven. Zulke situaties moet je natuurlijk zien in de tijdsgeest van toen. Zowel tijdens de bezetting door de nazi’s als na de bevrijding ging men elkaar verklikken uit wraakzucht of uit afgunst ofwel was men belust op een functie van een meerdere en nog tal van andere redenen.
Toen hij aangehouden was, werd hij overgebracht naar het kamp St.-Kruis bij Brugge. Een zware tijd brak aan voor zijn gezin met vier kinderen. Toen kwamen de sterke vrouwen naar voor. Ook de vrouw van Dries, Gabriél Vercruysse, bleef haar man door dik en dun steunen tegen alle valse beschuldigingen.
Het was in de periode van begin 1945 dat de directie van Raversijde de luchthaven onder haar beheer had gekregen. Zowel de directie van de luchtvaart nationaal als die van Raversijde gingen op zoek naar goedkope hulpkrachten, want zij beschikten niet over de nodige financiële middelen om alle kosten te dekken. Men deed een aanvraag om goedkope manschappen aan te schaffen en de keuze viel op de gevangenen uit Brugge. Deze moesten de luchthaven helpen opruimen en herstellen. Dit was zeker meer dan nodig na het vertrek van de Duitse bezetter en het verlaten van de Engelse RAF-troepen.
Dagelijks werd een bus ingelegd van het kamp St.-Kruis naar Raversijde om de nodige werken te gaan uitvoeren. Zo werden de gevangenen verplicht te gaan, willen of niet. Je kan je wel indenken dat die mensen, schuldig of niet, dagelijks gehoond en beschimpt werden tijdens het overbrengen naar de luchthaven en terug. Ook op de luchthaven zelf was het niet van de poes: daar kregen ze ervan langs door de plaatselijke bewakers. Ik heb bij verschillende families navraag gedaan over deze omstandigheden en altijd kwamen dezelfde reacties naar voor over deze pesterijen en handgemeen.
Een van die anekdoten die op de luchthaven verteld werd was de bedekking van de hangars met teerpapier. Onder de gevangenen waren veel intellectuelen, die geen benul hadden van handwerk en toch moesten ze het dak bedekken met teer en teerpapier. Je kan wel denken hoe de uitvoering van deze werken is verlopen als ook de bewakers zelf er niets van konden.
Ook Dries Maertens was één van de gevangenen die zo op de luchthaven belandde. Toen hij hoorde dat de luchthaven officieel zou geopend worden, stelde hij voor om de beeldhouwwerken te maken voor de ingang. Daar zag de leiding van de luchthaven heil in. Ze waren er ook van overtuigd dat een man met zulke capaciteiten moest geholpen worden en zo kwam er ook steun van het Ministerie van Verkeerswezen. Ze zagen het nuttige ervan in om op deze manier aan mooie en sierlijke beeldhouwwerken te bekomen aan de ingang van de luchthavens van Raversijde en van Knokke Zoute.
Men ging onmiddellijk op zijn voorstel in en alles wat hij nodig had voor de werken werd hem ter beschikking gesteld. Hij kreeg een plaats in de hangar nummer 1, die gedeeltelijk afgesloten werd en ter zijner beschikking gesteld, zodat hij onmiddellijk en in alle rust aan het werk kon. Het resultaat van het sierstuk mocht meer dan gezien worden en werd zeer geprezen.
Een kleine gebeurtenis mag wel verteld worden. Bij de inhuldiging van de luchthaven te Raversijde in 1947, werd op aandringen van een plaatselijke ambtenaar van de luchthaven Raversijde de naam van de kunstenaar weggekapt van het beeldhouwwerk. Hij tolereerde het niet dat de naam van een zogezegde ‘zwarte’ op het monument zou prijken, alhoewel Dries Maertens het wel had gemaakt.
Dries Maertens werd vrijgelaten op 29 augustus 1948, zonder een veroordeling. Hoe men tot zijn vrijlating gekomen is, werd mij verteld door een gepensioneerde ambtenaar van het gemeentebestuur van Middelkerke, die dit alles meegemaakt heeft.
De heer H. Lahon, vertegenwoordiger van de Minister, die de opening van de luchthaven voorzat, was ten zeerste geïnteresseerd in het beeldhouwwerk en werd op zijn vraag naar het atelier geleid. De heer Lahon kon niet begrijpen hoe zo een kunstenaar in zulke omstandigheden terecht was gekomen. Er werd mij ook verteld dat door tussenkomst van hogerhand Dries Maertens vrijgelaten werd als dank voor zijn volle, bewuste en vrijwillige inzet met zijn beeldhouwwerken. Het duurde echter nog een jaar en vijf maanden na de opening van de luchthaven Raversijde voor hij vrij kwam. Hij moest eerst nog de beelden maken voor Knokke Zoute. Na zijn vrijlating is hij een tijd vertegenwoordiger geweest van apparaten voor slagerswinkels en boerderijen. Om den brode.
Hij bleef beeldhouwen thuis in zijn atelier. Vooral religieuze werken kwamen uit zijn hand. Naderhand had hij talrijke vrienden in de kunstwereld en ook daarbuiten, zoals de heer Moortgat van de brouwerij, de stationschef Nauwelaerts en tal van vrienden in St.Maartens Latem, waar hij zeer veel vertoefde. De laatste jaren van zijn leven woonde hij te Oostende aan de St.Petrus en Paulusplein. Ook daar had hij veel vrienden uit de culturele wereld van Oostende.
Deze opzoekingen en samenstelling werden gedaan door heemkundige en geschiedschrijver Dries De Gryse. Hangar Flying dankt hem voor het onderzoek en voor de toestemming tot publicatie.
Informatie gepubliceerd in de Krant van West-Vlaanderen/De Zeewacht (7 maart 2014):
Sculpturen oude luchthavengebouw gered
RAVERSIJDE – Volgens de meest recente informatie zouden de waardevolle beeldhouwwerken van Dries Maertens die zich tegen de gevel of in het vroegere luchthavengebouw langs de Nieuwpoortsesteenweg 947 bevinden, gered worden van de sloop.
Het oude luchthavengebouw wordt binnenkort gesloopt om plaats te maken voor een hedendaags onderkomen voor de Noordzee Vliegclub. De sculpturen van de in 1975 overleden kunstenaar dreigden samen met het clubhuis van de Noordzee Vliegclub vernietigd worden. Het af te breken clubhuis deed tot in de jaren zestig dienst als luchthavengebouw.
Dries Maertens ontwierp de werken in de jaren veertig. De engelenfiguur is nu nog bevestigd aan de zijgevel van het gebouw, onzichtbaar vanop straat. Dit omvangrijke beeldhouwwerk krijgt een nieuwe plaats op het provinciedomein Raversyde. De twee kleinere sculpturen uit kalksteen van die zich nog even binnenin het af te breken clubhuis bevinden, worden toegevoegd aan de collectie van de Koninklijke heem- en geschiedkundige kring De Plate. (BVO)
Rond 10 juli 2014 werd de sloop van het oude luchthavengebouw beëindigd. Het beeld werd vermoedelijk overgebracht naar het provinciedomein Raversyde.
Informatie uit ‘De Zeewacht’, 7 november 2014:
Volgens deze krant staat het beeldhouwwerk nu aan de ingang van het Domein Raversyde, binnen het Memoriaal Prins Karel. Twee werken van Dries Martens die binnen in het ondertussen afgebroken clubhuis van de Noordzee Vliegclub stonden gingen naar de heemkring De Plate.
Info 5 juni 2018:
Het kunstwerk dat aan de zijkant van het vroegere clubhuis stond, heeft nu een plaats gevonden in het Provinciedomein Raversyde. Het staat op het deel van het Memoriaal Prins Karel, aan de ingang van de ATLANTIKWALL.