Op 6 december 1944 vlogen twee C-47’s van 314 TCG 32 TCS en 61 TSC bij zeer slechte zichtbaarheid tegen de koolmijnterril (slakkenberg) Bonne Fortune in de buurt van Bierset (A93).
In de C-47 met serial 42-100892 (32 Troop Carrier Squadron) kwamen deze bemanningsleden om het leven: Lt Carl H. Weniger (piloot), Lt Kenneth Ferguson (co-piloot), Lt Isadore Franklin (navigator), Sgt Erwin L. Kramer (crew chief) en Sgt Jay Finley (radio-operator). Volgens informatie opgetekend door het Squadron overleed de navigator pas een dag later in het militaire hospitaal van Alleur aan zijn verwondingen.
In de C-47 41-18632 (61 Troop Carrier Squadron) sneuvelden Lt Lacy C. Myers (piloot), Lt Charles E. Johnson (co-piloot), Lt Robert Young (navigator), T/Sgt Phil A. Miller en S/Sgt Frederick S. Higinbotham (radio-operator).
Finley, Ferguson, Johnson en Higinbotham werden begraven op het militair kerkhof van Henri-Chapelle.
Op het monument wordt ook de naam van Sgt Clarence C. Gann vermeld, hij behoorde tot de 3rd Armored Division, 703rd Tank Destroyer Battalion en kwam om het leven op 8 september 1944. Zijn eenheid had haar tenten opgeslagen voor de nacht bij de steenkoolmijn van Bonne Fortune en vernamen dat ze daar een douche konden nemen. Toen Clarence C. Gann op zijn beurt wou gaan douchen, werd hij neergeschoten door enkele jonge Duitse soldaten van een flak-eenheid die in de omgeving rondzwierven in een poging te ontkomen aan de oprukkende Amerikanen. Sgt Clarence C. Gann is begraven op het Jefferson Barracks National Cemetery, St. Louis, Missouri.
We konden nog niet achterhalen over welk vliegtuig het gaat bij de crash van 30 november 1944. Mogelijk betreft het een vergissing voor de crash van enkele dagen eerder: op 26 november 1944 kwamen C-47s 43-48914 en 43-16279 met elkaar in botsing in de omgeving van het vliegveld. De twee bemanningen kwamen daarbij om het leven.
43-48914, een C-47B van 435 TCG 76 TCS: 1Lt Edwin E. Hollon (piloot), 2Lr Clarence G. Thompson Jr (co-piloot), S/Sgt Roy A. Konietzka (radio-operator), S/Sgt John W. Gillie, T/Sgt James A. Hutchinson (crew chief); er zouden ook twee verplegers of verpleegsters aan boord geweest zijn waarvan de identiteit niet gekend is.
43-15209, een C-47A van 316 TCG, 37 TCS: 2Lt Marcel O. Gerdin (piloot), 2Lt Eugène H. Simmons Jr (co-piloot), S/Sgt Anthony G. Cimmino (radio-operator), T/Sgt Floyd H. Webster (crew-chief).
De oude gebouwen van de steenkoolmijn zijn afgebroken maar de gedenksteen, die tegen een verweerde gascabine werd geplaatst, is nog aanwezig. Aanvankelijk stond het monument aan de voet van de terril van de koolmijn Bonne Fortune en het werd daar ingehuldigd in 1945. Het werd pas later naar de huidige locatie verplaatst. Ook hier lijkt het monument erg bedreigd te zijn.
Info Steven Volckaerts, 9 december 2006.
Op 6 augustus 2021 bezochten we de gedenkplaat. De gascabine staat voor de bedrijfsgebouwen van de firma Acalin SA en dus op privé-terrein. De gedenksteen staat nog steeds op dezelfde plaats tegen de gascabine en is niet meteen bedreigd maar de situatie is verre van ideaal. Het lijkt erop dat ongeveer iedereen, behalve de mensen van de firma op wiens eigendom de gedenksteen staat, vergeten is dat hij er nog steeds staat.