Op maandag 24 januari 1944 rond 11.40 uur viel een externe brandstoftank van een vliegtuig pal op het schooltje van Sart-en-Fagne. De negen aanwezige kinderen en hun lerares kwamen om in de vuurzee.
Maria Thirifay, °2 februari 1923, lerares
Oger Ferry, °14 november 1930
Rita Lugentz, °30 december 1930
Marie-Rose Melchior, °9 februari 1931
Marie Lallemand, °14 juli 1931
Michel Dohy, °15 juni 1933
Jean-Marie Pirson, °9 augustus 1934
Gilbert Grandfils, °29 april 1935
Léona-Madeleine Melchior, °19 november 1935
Jeannine Mirgaux, °11 juli 1937
De tien graven en een gedenksteen vinden we bij de kerk van Sart-en-Fagne. Als je voor de graven staat dringt de ware betekenis van ‘collateral damage’ echt door tot op het bot. ‘Collateral damage’ is duidelijk meer dan wat droogweg in het woordenboek staat, nl. ‘zijdelingse of onbedoelde schade veroorzaakt door bombardementen of militaire acties gericht op militaire doelen.’
Een getuige die op de bewuste dag nabij het schooltje in Sart-en-Fagne woonde, meende dat er een bom uit een geallieerd vliegtuig was gegooid toen ze de brandstoftank neer zag komen op de school. Toen een zwarte rookkolom uit het schooltje opsteeg, haastten de dorpsbewoners en de parochiepriester zich naar het gebouwtje dat in lichtelaaie stond. Hulp kon niet meer baten. Brandweerlui hebben het vuur geblust, de verkoolde resten werden zo goed mogelijk geïdentificeerd aan de hand van halssnoeren, armbanden of medailles.
Iedereen van het kleine dorp had wel eigen familieleden, vrienden of kennissen die in de brand waren omgekomen. Burgemeester Anthime Melchior had zijn 13 jarige dochter Marie-Rose in de brand verloren. Het dorpje van amper 200 inwoners verloor in een klap zijn jeugdige inwoners. Vier kinderen waren aan de ramp ontsnapt omdat ze die dag om diverse redenen niet op school aanwezig konden zijn. Eugénie Lallemand (°16 april 1936) was bijvoorbeeld verontschuldigd omdat ze die dag naar haar peter wou schrijven die krijgsgevangen was in een Stalag in Duitsland.
Er werd gezegd dat de geliefde onderwijzeres die dag wat later op school was aangekomen. Ze kwam per trein vanuit het 12 km verder gelegen dorpje Gimnée maar haar trein had 10 minuten vertraging. Die tijd had ze net voor de middag willen inhalen en daardoor zaten de kinderen bij het vallen van de brandstoftank nog in het klasje. Het was een heel familiaal klasje, typisch voor zo’n kleine gemeenschap. Ook de naburige gemeenten leefden intens mee met het leed dat Sart-en-Fagne was overkomen.
Heel wat geruchten deden de ronde, ondermeer dat het een experiment betrof met een nieuw soort bom. Het betrof duidelijk een brandstoftank die op het schooltje was terecht gekomen. Het was winter en de kachel brandde, dat vuur heeft de overblijvende brandstof in de tank doen ontvlammen.
De begrafenis van de kinderen vond plaats op donderdag 27 januari 1944. De uitvaart van de jonge lerares Maria Thirifay werd een dag later gehouden in Gimnée.
Op 19 september 1948 werd het monument ingehuldigd nabij de kerk. Het stelt de lerares voor die de negen kinderen toont aan Christus, Hij ontvangt ze met open armen.
Op het plein bij de kerk staat nog altijd een schooltje, op de plaats waar zich in januari 1944 het drama voltrok.
Een trip naar Sart-en-Fagne is zeker de moeite waard. Het is niet alleen een plaats van herdenking en bezinning, maar ook een prachtige groene regio met authentieke hoeves.
Zie in de database ook ‘Glasraam en koperen kunstwerk, nagedachtenis omgekomen kinderen 24 januari 1944’
Bron:
Au pays des Rièzes et des Sarts. Annales d’histoire locale. 30ème Année, nr 117, 1990
De auteur schreef het artikel op basis van getuigenissen van Mr Jeanne Melchior (zus van een slachtoffer) en van Lucien Manteau (getuige van 24 januari 1944.)