Op 12 mei 1944 bombardeerden de Geallieerden per vergissing de Zuidstraat en de Tuinwijk in Beverlo, het doel was eigenlijk de militaire blokken in Leopoldsburg. Naast de Duitse verliezen en de bemanning van enkele bommenwerpers kwamen hierbij tachtig burgers om.
Op zondag 30 mei 2004 werd voor al deze slachtoffers een Lancastermotor, afkomstig van de LL792 (467 Squadron), als herdenkingsmonument onthuld te Beverlo. Tijdens het bombardement werd dit toestel boven het doelgebied geraakt en ontplofte in volle vlucht. De acht bemanningsleden lieten het leven. Een motor kwam neer in de zompige weilanden naast de Zuidstraat en werd door de Duitsers niet geborgen.
Tijdens het maken van een filmische reconstructie over het dramatisch bombardement op Beverlo , vernam cineast Eddy Vandepoel over het eventueel bestaan van deze motor. Met een metaaldetector werd de juiste plaats gelokaliseerd en op 27 oktober 2002 werd de motor opgegraven in de moerasbeemden in de Zuidstraat (Beverlo.) De motor lag amper één meter diep. De mooi opgepoetste Rolls-Royce Merlin XX heeft, op initiatief van de heemkundige kring, een plaats gekregen in de inkomhal van het buurthuis « Kardijk » te Beverlo. Twee informatiepanelen achter de motor geven de juiste toedracht van de gebeurtenissen. Eerst was het de bedoeling de motor te plaatsen in de Zuidstraat, de plaats van het gebeuren. De vrees voor vandalisme en enkele technische problemen gaven de doorslag om deze motor op een veiligere locatie te plaatsen.
Acht aanwezige Britse familieleden van de omgekomen bemanning kregen de eer om het monument te onthullen. Zij kregen elkeen aandenken in de vorm van een opgegraven onderdeel afkomstig van de LL792. De omgekomen bemanningsleden waren F/L Walter R. Hare DFC (was de ‘gunnery leader’ van het squadron en vloog me als overtallig bemanningslid; het was de laatste missie van zijn eerste ‘tour’), G/C John R. Balmer OBE DFC RAAF (piloot), P/O John F. Ward (co-piloot), F/O Peter J. Hammond RAAF (navigator), F/S Joseph Connely (boordschutter), Sgt Thomas A. Stevens (straatschutter), F/S Albert R. Barber (bommenrichter), P/O Leslie T. Watson (radio-operator). Barber en Watson liggen begraven in Leopoldsburg, al de anderen kregen een laatste rustplaats in Heverlee.
Wie de motor zien staan heeft moet beslist kijken naar de film “Mei 44” van Eddy Vandepoel en zijn team. De cineast kreeg voor zijn documentaire over het bombardement de Cultuurprijs 2003 van de stad Beringen. Zie ook het artikel van Bart Beckers in Contact 35.
