De Belgische SAS eenheid was betrokken bij Operatie Noah. De opdracht was om een basis op Frans grondgebied in te richten maar op orders vanuit Londen te wachten alvorens naar Belgisch grondgebied door te stoten en verbinding te maken met het verzet in de Belgische Ardennen. Kapitein Blondeel vreesde dat de order te laat zou komen en geeft daarom instructies aan Luitenant Paul Renkin: ‘’spring boven Frankrijk maar ga verder naar België, bereid de komst van versterkingen voor maar vermijd contact met de vijand”.
In de nacht van 15 op 16 augustus 1944 springen Lt Renkin en 8 SAS, ze komen neer op 4 km ten westen van La Croix Scaille. Twee parachutisten dreven af door de wind naar Franc Bois; Paul Renkin en Claude de Villermont worden zo de eerste Geallieerde militairen om in uniform op Belgisch grondgebied terecht te komen. Ze maken contact met het plaatselijke verzet. Enkele dagen later, op 29 augustus, springen ook Kapitein Blondeel en 6 SAS ten oosten van de weg Rienne-Vencimont en sluiten zich aan bij de eerste groep. Op 1 september komt nog een derde groep toe van 16 SAS onder leiding van Lt Debefve. Vanaf dan voeren ze diverse acties uit. Op 5 september komen nog twee jeeps met bemanning de eenheid versterken evenals de aalmoezenier SAS Jourdain, dokter J. Limbosch, D. Frison en M. Ongena. ’s Anderendaags maken ze contact met het Amerikaanse leger.
Het gedenkteken herdenkt het contact tussen het verzet en de Belgische SAS eenheid met plaketten in het Frans, het Nederlands en het Engels.
Vrije vertaling van een deel van een tekst op Freebelgians.be.
Er bevinden zich in de gemeente Gedinne twee gelijkaardige monumenten op twee verschillende plaatsen die allebei de ontmoeting tussen de Belgische SAS parachutisten en het verzet herdenken. Het tweede monument, slechts voorzien van één plaket, kan gevonden worden in de deelgemeente Bourseigne-Neuve (zie afzonderlijke beschrijving in de databank).