Heropening van het Historisch Centrum Luchtmachtbasis Brustem

De twee mannen die toentertijd droomden van een permanente tentoonstelling over de geschiedenis van het vliegveld Brustem waren wijlen Albert Maes en wijlen Jos Schrijnemakers. Beiden waren techniekers op de toenmalige basis en legden de basis voor wat nu het Historisch Centrum is. Het museum eert hen dit jaar in het bijzonder met een kleine thematische tentoonstelling onder de titel ‘De erfenis van twee onderofficieren bij de Luchtmacht te Brustem.’

In zijn gelegenheidstoespraak schetste Ghislain Theunissen, voorzitter van de vrijwilligersgroep die zich over het museum ontfermt, het ontstaan van het museum. Jos Schrijnemakers en Albert Maes hadden al een kleine verzameling bijeen gebracht toen ze eindelijk een lokaaltje in een hoek van een hangar ter beschikking kregen om de stukken samen te brengen. Van een permanente tentoonstelling was er toen nog geen sprake. Later kregen ze dan een ander lokaal waar wel een tentoonstelling mogelijk was. Nog later kregen ze van Kolonel-Vlieger De Rudder de beschikking over de zolder van één van de blokken in de naast het vliegveld gelegen kazerne van Bevingen. De verzameling kon in die tijd alleen maar op afspraak bezocht worden, maar het was een begin. Bij de sluiting van het vliegveld Brustem in 1996, stelde de stad Sint-Truiden een ruimte ter beschikking op de Abdijsite waar het museum nog altijd onder dak zit. Aan de weduwe van Albert Maes en de kinderen van Jos Schrijnemakers werden bloemen overhandigd als dank voor het werk dat in de beginjaren door deze twee pioniers verzet werd.

Door de beperkte ruimte moet het museum het vooral hebben van foto’s, schetsen, plannen, kleinere artefacten, uniformen, modellen en dergelijke zoals bv. in deze ruimte gewijd aan de naoorlogse vliegopleiding op Harvard, Fouga en T-Bird en de Rode Duivels. Er is geen plaats voor heel grote stukken, verwacht u dus niet aan volledige vliegtuigen.

Bij de ingebruikname van de huidige lokalen was de toegang langs een andere kant en de indeling van het museum was in een chronologische volgorde vanaf de ingang opgebouwd. Toen enkele jaren geleden de ingang aan de andere kant kwam en na een kleine herschikking van de inrichting om een ietwat verloren hoekje beter bruikbaar te maken, ging de chronologische volgorde verloren. Daarom had men tijdens de wintermaanden bergen werk verzet om weer een beetje logica in de indeling te brengen; alleen voor het herschikken van het deel van de Luftwaffe ontbrak de tijd. De vrijwilligers hadden een hele klus aan het verplaatsen van het grootste stuk in het museum: de Junkers Jumo 211 motor, o.a. gebruikt op de Junkers Ju 88 waarvan de nachtjachtversie vanop Brustem opereerde. Het museum kreeg deze motor enkele jaren geleden van de KU Leuven en het was toen al een heksentoer om de motor in het museum te krijgen.

Tot besluit ging de kleine maar hechte groep vrijwilligers op de foto. U herkent aan de rechterkant Jacques Waldeyer en Camille Goossens, twee voormalige CO’s van de Luchtmachtbasis Brustem die ook present tekenden.

U kan het museum bezoeken op weekends en feestdagen van 14 tot 17 uur en het museum heeft sinds enige tijd een eigen website, www.airbase-st-trond.be. Het is een work-in-progress waar nog heel wat rubrieken moeten ingevuld worden. We kunnen een bezoek aan het museum zeker warm aanbevelen.