Oostende, 5 november 2016. “Exotisch”: voor de reizigers op de luchthaven van Oostende betekent dit de bestemming waarnaar hun chartervlucht vertrekt, voor vliegtuigspotters die het veld aandoen heeft het een iets andere connotatie… Oostende is jaren lang, op enkele obscure velden in de Arabische Emiraten en de vliegvelden van Rusland en het GOS na, hét mekka geweest voor de fotograaf die van toestellen van Russisch fabricaat houdt. Met andere woorden: exotisch spul. Met de invoering van de ban op non-Stage III-toestellen in april 2002 waren een hele resem vliegtuigen, zoals de Ilyushin 76 vrachter en oudere Tupolevs uitgerust met Kuznetsov-motoren, plots niet meer welkom in Europa. Stilaan verloor Oostende zijn mythische status en de Russische toestellen in alle geuren en kleuren maakten plaats voor eenheidsworst van Amerikaanse of Europese makelij.
Ondertussen zijn we 13 jaar verder. Op een druilerige herfstdag in 2015 duikt er opeens, totaal onaangekondigd, een Wit-Russische Ilyushin 62 in vrachtconfiguratie op op het vliegveld van Luxemburg, om snel weer van de radar te verdwijnen. En plots, op 31 oktober van dit jaar, verschijnt deze IL-62MGr EW-450TR van Rada Airlines opnieuw in Europa, ditmaal op de luchthaven van Vatry in Noord-Frankrijk. Als hetzelfde toestel enkele dagen later het Engelse Doncaster aandoet, dan weet je dat een bezoek aan Oostende niet geheel onverwacht is. Als er ergens hier in de buurt een Russisch toestel thuishoort, is het immers wel op de apron van Oostende…
Omstreeks half tien ’s avonds op woensdag 2 november strijkt de EW-450TR neer in West-Vlaanderen als RD1562 uit Mitiga, Libië. Tijdens de middag van 9 november vertrekt de fraaie Ilyushin, volgestouwd met hulpgoederen, als RD1563 vanop baan 08 richting het Midden-Oosten met Sana’a in Jemen als eindbestemming. We willen je jullie zeker dit filmfragment van Luc Van Belleghem niet onthouden!
Het toestel was een week lang te gast op de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge; tijd zat voor enkele vliegveldmedewerkers om in samenwerking met luchthavenuitbater Egis een heuse ramptoer in elkaar te boksen. Op de zonnige zaterdagochtend van 5 november sta ik met een twintigtal gelijkgestemde zielen misschien wel voor het laatst oog in oog met een Ilyushin 62.
Ilyushin 62-toestellen zijn ondertussen een uitgestorven diersoort geworden. Tijdens de hoogdagen van de Sovjet-Unie werd het ontwikkeld als langeafstandstoestel voor Aeroflot ter vervanging van de Ilyushin 18 turboprop. De tijdloze narrowbody maakte haar eerste vlucht in 1963 en stamt dus uit het gouden tijdperk van de Boeing 707’s en Douglas DC-8’en. Tien jaar later wordt de verbeterde IL-62M op de markt gebracht, met een aantal aerodynamische verbeteringen en een motorenwissel: de Kuznetsov-motoren worden vervangen door vier Soloviev D-30KU’s die stiller en performanter zijn. De IL-62M is dus volgens de heersende geluidsnormen niet gebanned, en is dus ook los van de zogenaamde ‘Relief Flights’ welkom op Europese bodem (hoewel een bezoek ervan ongetwijfeld wenkbrauwen doet fronsen bij de luchtvaartautoriteiten). Gezien dat het aantal operatoren van het toesteltype op een hand te tellen zijn, geldt het bezoek van de EW-450TR echter als een enorm zeldzame verschijning. Aeroflot nam in 2001 al afscheid van hun vloot van IL-62’s om vervangen te worden door de Airbus A310. Toch bleef de Ilyushin 62 in de daarop volgende jaren nog een veelgebruikt toestel binnen het GOS, tot de economische crisis in 2008 anders besliste en veel operatoren hun 62’s aan de kant schoven. Een telling in september 2009 bevestigde dat er nog 38 IL-62’s actief waren op een totaal van een 290-tal gebouwde toestellen, vandaag is dat slechts nog een fractie. Cubana was de laatste grote operator van het toesteltype, tot de Cubaanse 62’s uiteindelijk in 2013 afgestoten werden. Alleen Air Koryo en de Russische overheden beschikken nog over een aanzienlijke vloot, maar deze Ilyushins duiken slechts zelden op in onze contreien. Gelukkig valt er af en toe nog eens, letterlijk, een verrassing uit de lucht, tot groot jolijt van de spottersgemeenschap.
Met dank aan Yves Engels en Michael Van Bosch
Giovanni Verbeeck