Houyet, 28 februari 2012. Dit is niet alleen een historie over vliegerij, maar vooral een verhaal over de internationale aristocratie die genoot van de luxe van het koninklijk domein van Château d’Ardenne. Bij een koninklijk kasteel en een golfterrein hoorde ook een vliegveld. Hangar Flying trok naar het Naamse Houyet en keerde er terug naar de tijd van het mondaine Château Royal d’Ardenne.
Het koninklijk domein van Ardenne strekt zich uit over het grondgebied van vier Naamse gemeenten: Beauraing, Ciney, Houyet en Rochefort. Wat ons vooral interesseerde was het vliegveld dat gelegen was nabij de koninklijke boerderij op het adres Sanzinnes 2 in Houyet. De geschiedenis van het vliegveld kan niet los gezien worden van de geschiedenis van het ondertussen vernielde Château Royal d’Ardenne. Daarom brengen we eerst het merkwaardige verhaal van het kasteel. Sanzinnes ligt 4,5 kilometer ten noordoosten van het centrum van Houyet. In de streek kan je prachtige wandelingen maken. Een toerismekantoor bevindt zich in het spoorwegstation van Houyet. Je kan rechtover het vroegere vliegveld logeren bij Leen en Marc De Vuyst in hotel-restaurant La Marquisette (hotelmarquisette@skynet.be).
Voor mijn onderzoek werd ik zeer goed op weg geholpen door Henri Lemineur. Na vier jaar research publiceerde hij een schitterend boek over het Château d’Ardenne. Henri bracht zelf veel tijd door in het kasteel in de periode van 1945 tot 1949. De leiding van het hotel was toen in handen van zijn oom Léon Elleboudt, de echtgenoot van zijn doopmeter Marie-Louise Lemineur. Henri kon er zich moeilijk bij neerleggen dat het kasteel en zijn geschiedenis zou vergeten worden, precies daarom publiceerde hij een lijvig boek over dit koninklijk kasteel. ‘Château d’Ardenne’ is niet alleen een boek over de geschiedenis van de koningen en de groten der aarde die in het kasteel wat verpozing kwamen zoeken, maar ook van iedereen die op het kasteel heeft gewerkt. Henri heeft er enkele avontuurlijke jeugdjaren beleefd en het kasteel bracht welvaart en roem naar Houyet.
De geschiedenis van Château d’Ardenne
Koning Leopold I en Leopold II koesterden een grote liefde voor Oostende, denk maar aan het koninklijk domein en aan de infrastructuurwerken die de vorsten er lieten uitvoeren. De koninklijke badstad kreeg in 1903 ook een golfterrein en na de Eerste Wereldoorlog kon het vliegveld van Steene ook de mondaine klasse verwelkomen. Maar onze koningen genoten niet alleen van de zeelucht, ook de liefde voor de Ardense bossen was bij onze royals even intens aanwezig. Ook daar kwam er een kasteel, een golf en een vliegveld.
Op de voorgrond links het hotel en rechts het kasteel. In de achtergrond zien we de Leopoldtoren, nu gebruikt door de plaatselijke golfclub. (Archief Frans Van Humbeek, foto Société anonyme belge d’Exploitation de la Photographie aérienne – SABEPA) |
Op 21 maart 1837, vijf jaar na zijn troonsbestijging, kocht Leopold I een deel van het huidige domein Ardenne (Houyet). Het was een armoedige streek waarin de koning zeer veel zou investeren en dat kwam de bevolking ten goede. Op een heuvel liet hij twee torens toevoegen aan een bestaand jachtpaviljoen.
Op 12 mei 1840 kocht Leopold I ook 220 hectare in Ciergnon en liet er in 1842 op de top van een steile helling en met uitzicht op de Lesse, een kasteel bouwen naar een ontwerp van architect Duvinage. Het kasteel van Ciergnon is nu het geliefde buitenverblijf van Albert II en kwam het laatst in het nieuws tijdens de moeilijke regeringsonderhandelingen. Di Rupo pendelde toen regelmatig tussen de Wetstraat en Ciergnon. Het kasteel van Ciergnon ligt op 6,5 km ten zuidoosten van Sanzinnes.
In 1843 liet Leopold I in Ardenne het Rotskasteel bouwen dat later de Rotstoren zal worden. Het was een drie verdiepingen tellende vierkante toren met uitzicht op de Lesse. In 1865 overleed Leopold I en Leopold II besteeg de troon. Leopold II had, via erfenis van zijn vader en in onverdeeldheid met zijn zus, keizerin Charlotte, het bezit verworven van het domein Ardenne, dat had nu al een oppervlakte van 4.135 hectare waarop zich verschillende kastelen en hoeven bevonden en ca. 2.000 hectare bos. Tussen 1874 en 1891 bouwde Alphonse Balat in opdracht van Leopold II het Château Royal d’Ardenne, op de plaats van het jachtpaviljoen met de twee torens. Balat is ook de ontwerper van de koninklijke serres van het paleis van Laken. Victor Horta was zijn leerling.
In 1876 werd de Compagnie Internationale des Wagons-Lits et des Grands Express Européens opgericht. Twee jaar later liet Leopold II de tweede toren in het park Ardenne heropbouwen. Die Leopoldtoren bestaat nog steeds en wordt gebruikt door de Royal Golf Club van Ardenne. Het golfterrein werd omstreeks 1900 aangelegd, onder impuls van Leopold II. Leopold zag dat deze sport vooral de gegoede kringen kon aantrekken. De huidige golfclub van Ardenne ontstond in 1950.
In 1889 kreeg Ardenne zelfs een spoorwegstation. De halte mocht uitsluitend gebruikt worden door Leopold II en de gasten van het kasteel. Het gebouw kan je nog terugvinden maar is sterk verwaarloosd.
De Compagnie Internationale des Grands Hôtels Européens, een onderdeel van de Compagnie Internationale des Wagons-Lits et des Grands Express Européens, werd opgericht in 1894. De Europese hotelgroep werd vanaf 1 januari 1898 de uitbater van het Château Royal d’Ardenne. Leopold II had een jaar eerder het bijgebouw van het Château Royal d’Ardenne laten optrekken. Het bijgebouw dat dienst deed als hotel was met een onderaardse gang verbonden met het kasteel.
Tussen 1899 en 1949 beleefde dit luxueuze hotel gouden tijden. De deuren van het Château Royal d’Ardenne gingen definitief dicht in 1950. Na de oorlog konden Fransen en Britten niet meer zo kwistig omspringen met hun centen en het hotel was onrendabel geworden. Het kasteel stond leeg en ging in augustus 1968 in de vlammen op. In de streek gaat het gerucht dat er onvoldoende werd gedaan om de brand te blussen. In 1970 is een aannemer uit Erembodegem begonnen met de afbraak. Alle waardevols werd verkocht, daarna ging hij failliet. Een andere firma heeft de resten van de ruïnes opgeruimd. Veel materiaal is gewoon onder de grond gedumpt. De rotstoren werd in 1975 afgebroken. Verschillende ornamenten met koninklijke emblemen van het Château d’Ardenne werden overgebracht naar het koninklijk kasteel van Ciergnon.
Het ontstaan van het vliegveld
In 1909 werd de koninklijke hoeve van Sanzinnes (Sanzinnes 2, de baan van Dinant naar Neufchâteau) voor het eerst aan een particulier verhuurd, voordien werd ze rechtstreeks door het Paleis uitgebaat. Het is op een weiland bij deze hoeve dat in 1929 werd gestart met een vliegveld. Putten moesten gedicht worden, het veld werd zo goed mogelijk vlak gewalst, kreupelhout verwijderd en signalisatie aangebracht. Op het veld werd een ronde landingscirkel gekalkt. Niet lang na de opening van het vliegveld werden ook meer bomen geveld die in het verlengde stonden van de meest gebruikte startrichting. Op een houten loods werd de naam ‘Ardenne’ geschilderd en een windzak geplaatst.
Kaart van het vliegveld, anno 1930. Het vliegveld lag 265 meter boven zeeniveau. De maximale lengte die voor het opstijgen kon gebruikt worden was 500 meter (NW-ZO). Kleine herstellingen aan de vliegtuigen konden uitgevoerd worden door de privé-garage van het kasteel, daar was ook brandstof voorhanden. Een loods was niet beschikbaar, de eigenaar had in 1930 wel de intentie om er een te bouwen. (Archief Henri Lemineur) |
Op deze Google Map (trefwoord Sanzinness 1, Houyet) wordt de precieze locatie van het vroegere vliegveld aangeduid (1), de koninklijke hoeve (2) en het hotel-restaurant La Marquisette (3). |
Landbouwers
Op de koninklijke hoeve van Sanzinnes werd ik zeer vriendelijk ontvangen door landbouwer Jacques Dawagne. Jacques kwam van zijn John Deere –wat zijn die groene tractoren toch mooi– en we maakten een wandeling op zijn erf. Mijn regenlaarzen waren geen overbodige luxe. Ik liet hem de foto’s zien van de vroegere Fly-Ins en hij vertelde me welke gebouwen later bij de hoeve werden bijgebouwd. We bezochten de plaatsen waar in de jaren dertig de meeste foto’s waren genomen, ze waren perfect herkenbaar.
Jacques had de uitbating van de hoeve in 1982 overgenomen van Henri Daubois (°1924) en het was Henri die als kind het vliegveld nog heeft gekend. Henri Daubois ontving mij bij de warmte van een Ardense houtkachel. Hij vertelde maar al te graag over hun vliegveld. Henri: “De piloten die aankwamen en vertrokken kwamen aan mij of aan mijn vader een stempel van het vliegveld vragen. Tijdens de oorlogsjaren heb ik die zeer goed bewaard, daarna heb ik hem aan iemand geschonken en die heeft hem kwijtgespeeld. Dat is zeer spijtig want het was een zeer mooie stempel. In een cirkel stond ‘Aérodrome de Château d’Ardenne’ en in het midden een kroontje.”
Luchtfoto van het vliegveld van Château d’Ardenne, mei 1930. De windzak hangt op de hoeve, op het dak van de vrijstaande houten loods werd nog geen plaatsaanduiding geschilderd. We herkennen o.a. de Koolhoven FK-42 PH-AGO en de RSV 18/105 OO-APC. (Archief Frans Van Humbeek, Foto Actualit). |
Rally’s
Op 17 en 18 mei 1930 werd op het vliegveld van Château d’Ardenne een eerste Fly-In georganiseerd. De organisatie was in handen van de Club d’Aviateurs de Bruxelles, in samenwerking met de Belgische vereniging van sportjournalisten en de directie van de Grands Hôtels Belges, de uitbater van het hotel van Château d’Ardenne. Een drijvende kracht achter het gebeuren was Lt Vlieger (reserve) Jean Coomans. Journalisten werden in Brussel opgepikt en naar Château d’Ardenne gebracht. Het is vooral dankzij een van de aanwezige fotografen, namelijk Jacques Hersleven (° Rotterdam 1880, † Sint-Lambrechts-Woluwe 1967), dat we een vrij goed beeld krijgen van de sfeer en de pareltjes van vliegtuigen die er aanwezig waren. Twee en twintig vliegtuigen namen deel aan de Fly-In en tussen de piloten zaten ronkende namen; Miss Cleaver, Georges Hanet, Keyenbergh, de Limelette, burggraaf Vilain XIIII, enz.
Op 17 mei 1930 om 13.24 uur kwam Sabena-piloot Prosper Cocquyt als eerste aan met de SABCA Handley Page W.8e OO-AHJ met aan boord journalist Victor Boin en enkele leden van de Club d’Aviateurs de Bruxelles. Tijdens mijn wandeling op het vroegere vliegveld in februari 2012, viel het mij op dat het opstijgen met een Handley Page geen sinecure moet geweest zijn. Het veld is niet vlak en op verschillende plaatsen staan bomen die een start onveilig maken.
de Havilland DH.80A Puss Moth G-AAFA gefotografeerd tijdens de rally van augustus 1930. Met deze Puss Moth behaalde Hanet een maand later de Belgische Coupe Challenge International. Links GeorgeHanet met passagier Blin d’Oultremont. (Foto via John Havers/Luc Wittemans. P.W.S. Bulman archive – Brooklands Museum) |
Als laatste werd die dag lady Mary Bailey verwelkomd. Door een tekort aan brandstof had ze in de buurt van Gosselies moeten landen, vandaar werd ze met de auto naar ‘het Château’ vervoerd. Mary Bailey was steenrijk nadat ze in 1911 huwde met een Zuid-Afrikaanse miljonair en mijnmagnaat. Drie jaar voor haar bezoek aan Ardenne had ze een solovlucht gemaakt tussen Croydon en Kaapstad en terug. Ze was toen moeder van vijf kinderen en wou met haar vlucht de vrouwelijke zelfstandigheid benadrukken. In het jaar dat Mary Bailey Château d’Ardenne bezocht, kreeg ze de eretitel ‘Dame of the British Empire’ (DBE).
Na brandstoftekort in Gosselies moest lady Bailey met een wagen naar Ardenne worden gereden. ’s Morgens wordt ze met Cocquyt en Coomans gefotografeerd in een onberispelijk mantelpakje, inclusief modieus hoedje. (Verzameling/Collection SGRS/Archives, Foto Hersleven) |
Volgens een artikel in Conquête de l’Air van 1 juni 1930 waren er geen incidenten of ongevallen te betreuren. De Conquête maakte hetzelfde jaar ook een reportage van de Fly-In van 30 en 31 augustus. De organisatie berustte weer bij Coomans, bijgestaan door Fiorellino, een oud-piloot van de Franse luchtmacht. Ook nu was Cocquyt present met een Handley-Page van Sabena. Aan boord bevond zich o.a. zijn echtgenote en Jean Renard. Van de 26 bezoekende toestellen waren er 16 Belgisch, 4 Brits, 4 Frans en 2 Nederlands. Opmerkelijk was o.a. de aanwezigheid van het echtpaar Koolhoven van de Rotterdamse Aero Club, de eigenaar van de gelijknamige vliegtuigconstructeur. De aanpak van het rallye aérien was steeds dezelfde. Na aankomst werd de porto geserveerd op het vliegveld. De gasten trokken dan naar het koninklijke kasteel waar om 21 uur het diner werd geserveerd, gevolgd door een dansavond. Mensen als Jean Renard en Frederick Koolhoven zullen er wel een babbel gedaan hebben, netwerking avant la lettre in een uniek kader.
RSV 32/90 OO-AJD, in augustus 1930 gefotografeerd met zijn eigenaar Lambert Keyenbergh. Opmerkelijk is de afbeelding van de olifant op de motorkap. Keyenbergh was een gekend figuur in Sint-Truiden. Hij huwde met de dochter van een succesvol zakenman, een invoerder van koloniale waren (vandaar het olifantlogo). Keyenbergh leerde vliegen in de jaren twintig, kocht de OO-AJD en opende zijn eigen vliegveld in Schuurhoven bij Sint-Truiden. Het fortuin van zijn echtgenote werd verspild, zelfs Josephine Baker was gastvrouw op een van zijn excentrieke feestjes. Hij stierf in grote armoede na de Tweede Wereldoorlog. (Archief Frans Van Humbeek, Foto Actualit) |
Op zondagmorgen maakten de deelnemers wat lokale vluchten of gaven ze luchtdopen. Hanet gaf een twintigtal luchtdopen met zijn Puss Moth. Hij zal zich moeten haasten hebben want om 13 uur werden de gasten terug verenigd aan een banket. Fiorellino overhandigde aan kolonel baron Wahis, voorzitter van de Club d’Aviateurs de Bruxelles, een beker die werd geschonken door de Société des Grands Hôtels Européens.
Leden van de Club d’Aviateurs de Bruxelles, tijdens de rally van eind augustus 1930 gefotografeerd op de trappen van het Château d’Ardenne. V.l.n.r. René de Caritat de Peruzzis, Blin d’ Oultremont, Keyenbergh, Hanet, Narishkine, de Keyn, Albert Cartuyvels de Collart, Maurice de Limelette, Wahis (de voorzitter met de beker), Vilain XIII, het echtpaar Coomans, Regout, Robert Vandevelde, Albert Maréchal, Ernest Mantel, (?) De club ontving deze beker omdat ze met het meeste aantal vliegtuigen hadden deelgenomen aan de rally. (Archief Frans Van Humbeek, Foto Actualit) |
Op deze luxueuze en stijlvolle manier blijft het vliegveld in de dertiger jaren de piloten verwelkomen en rally’s organiseren. Voor de inhuldiging van een miniatuurgolf (Tom Thumb Golf) zetten Georges Hanet en baron Cartuyvels de Collaert (?), René de Caritat en Stas de Richelle (Bulte RB1 OO-AKR), graaf Jacques d’Ursel (Orta St.-Hubert G1 OO-AKY), Jacques Maus en Ivan Didier (Orta St.-Hubert G1 OO-AKX) en het echtpaar de Limelette (de Havilland DH.60 Gipsy Moth OO-AKM) hun dagelijks werk even opzij en ze vlogen op 30 mei 1931 voor een weekendje naar het prestigieuze kasteel. Een derde rally (waarschijnlijk in augustus 1931) was minder succesvol omwille van het slechte weer. Tijdens de vierde rally van Château d’Ardenne (4-6 juni 1932) konden de organisatoren al rekenen op 31 deelnemers. Opvallend is ook dat de dames altijd prominent aanwezig waren.
Obers van het Château d’Ardenne staan anno 1932 klaar om de gasten te verwelkomen. Achteraan de kasteelhoeve. Merk de plaatsnaam ‘Ardenne’ op het dak van de houten loods. De houten loods van 17 x 30 meter werd jaren geleden al afgebroken. (Verzameling/Collection SGRS/Archives, Foto Hersleven) |
Op de plaats waar de obers stonden namen we in februari 2012 deze foto. De kasteelhoeve is duidelijk herkenbaar. De grote ingangspoort zit nu verborgen achter een nieuwbouw. (Foto Frans Van Humbeek) |
Gefortuneerde luchtvaartliefhebbers slaagden er zonder al te veel problemen in om de luchtvaart zelfs tijdens hun huwelijk niet te vergeten. Op 15 mei 1934 vertrok Jack Sanderson van de Scots Guards vanop Heston Aerodrome (ten westen van London, ondertussen gesloten) met een Leopard Moth naar Château d’Ardenne. Aan boord zat zijn kersverse echtgenote Sheila Adam. Alvorens het luchtruim te kiezen voor hun wittebroodsweken werd in London het huwelijk ingezegend. Zowel de rally’s als de andere evenementen illustreren in welke mondaine exclusieve sfeer de luchtvaart in Ardenne werd beoefend. Op de foto’s van de Fly-Ins zien we geen tentjes onder de vleugels, de piloten en hun entourage konden zich immers laten verwennen in het luxueuze château.
Volgens getuigenissen van buurtbewoners zouden ook Max Cosyns (een assistent van Auguste Piccard) en zijn leerling Nérée van der Elst op het kasteeldomein een ballon hebben opgelaten. Mogelijk betrof het de succesvolle stratosfeervlucht van 18 augustus 1934 die in Hour vertrok, een dorp op amper zeven kilometer ten zuiden van het vliegveld van Château d’Ardenne.
Henri Daubois: “De Engelsen kwamen met hun vliegtuig, dronken thee, speelden een partijtje golf en vlogen dan terug naar Groot-Brittannië. Na de rally’s bleven klanten met hun vliegtuig naar het Château d’Ardenne komen, tot voor de Tweede Wereldoorlog. Er was geen loods, de vliegtuigen bleven gewoon op het plein staan. Na de oorlog bleven Engelsen en Fransen weg, ze hadden de centen niet meer voor deze luxe. Het was een zware klap voor het hotel en het vliegveld. “
6 juni 1932. Vliegtuigen klaar voor de start, toeschouwers blijven netjes wachten achter een primitieve afsluiting. In de achtergrond zien we het hotel-restaurant La Marquisette. Links een Saint-Michel SG.2 (OO-GUB) en rechts een de Havilland DH.60 Gipsy Moth, vermoedelijk de OO-AKM. (Verzameling/Collection SGRS/Archives, Foto Hersleven) |
Op dezelfde locatie namen we in februari 2012 deze foto. In deze streek verandert er heel weinig, de klok tikt hier wat trager. (Foto Frans Van Humbeek) |
De Duitse bezetting
Henri Daubois: “Begin 1940 hebben de Duitsers het vliegveld en het kasteel bezet. Ze kwamen hier met een vijftal vliegtuigen, heel grote toestellen zijn hier nooit geland. In 1940 zijn we tien dagen op de vlucht geweest en toen we terugkwamen was de boerderij geplunderd. We kregen een ‘Ausweiss’ om op het kasteeldomein te werken. Vanaf augustus 1941 werd het kasteel terug in gebruik genomen als een rustoord voor Duitse militairen. Von Ribbentrop, minister van buitenlandse zaken onder Adolf Hitler, verbleef in het kasteel en zijn kantoor was in de Rotstoren. Men vertelde dat ook Hitler eenmaal in de Rotstoren is komen logeren. Toen de Duitse bezetter het kasteel in september 1944 verliet werd het grondig geplunderd. Het vliegveld was toen al een tijd door hen versperd met Friese ruiters” Over een verblijf van Hitler konden we geen bevestiging vinden maar het is inderdaad correct dat von Ribbentrop van 8 tot 28 juni 1940 in het kasteel verbleef, gevolgd door de Oberfeldkommandantur 520 voor Namen en Luxemburg. Op 20 juli vorderde de ‘Kreiskommandant für Dinant und Philippeville’ het Château d’Ardenne.
De bevrijding
Tussen september 1944 en oktober 1945 werd het kasteel opgeëist door Amerikaanse eenheden, o.a. door een Command Post (CP) van de Fifteenth Army. Tijdens het Ardennenoffensief werd de CP overgebracht naar Cerfontaine.
Henri Daubois: “De Marquisette rechtover de hoeve deed tijdens het Von Rundstedtoffensief dienst als hospitaal. Ik herinner mij nog een drietal vliegtuigongevallen. Het ergste was dat met een Amerikaans verbindingsvliegtuig dat bij de nadering in het bos ten oosten van de Koninklijke hoeve neerstortte. Ik meen mij te herinneren dat de naam van de piloot ‘Jimmy’ Moore was. Zowel de piloot als de gewonde militair die hij in zijn vliegtuig vervoerde, kwamen om het leven.” Onderzoeker Philippe Dufrasne wist Hangar Flying te vertellen dat de informatie van Henri correct was. Op 10 maart 1945 werd in Ver een ongeval geregistreerd met de Stinson L-1C Vigilant (41-19070, USAAF, 158LS). De locatie komt perfect overeen met de verklaring van Henri.
Stinson L-5B Sentinel in 1945 in Ardenne, een ‘vliegende Jeep’ met achteraan een luik waardoor een gewonde op een draagberrie kon naar binnen geschoven worden. (Archief Henri Lemineur) |
Henri Daubois: “Na de bevrijding tot ongeveer 1947 werden hier krijgsgevangenen tewerkgesteld. Ze kwamen vanuit een kazerne in Rochefort. Sommigen moesten in de bossen werken, andere op de boerderij. We hadden een goed contact met die mensen. Na de oorlog is een Belgisch officier hier nog eenmaal geland met een klein vliegtuig. Hij moet gezien hebben dat het moeilijk was om het terrein terug in gebruik te nemen. De everzwijnen vormden een groot probleem omdat ze de grasmat stuk vraten. Op het vliegveld werden geen activiteiten meer hervat, we namen het terug in gebruik voor de landbouw.”
Frans Van Humbeek
Bewerking foto’s en kaarten: Paul Van Caesbroeck
Omdat we zoveel historisch interessante foto’s ter beschikking hadden, besloten we naast dit artikel ook een fotoselectie online te zetten als een impressie. (Klik hier voor de impressie)
Bronnen:
Conquête de l’Air
Le Soir Illustré
Het Château Royal d’Ardenne, Henri Lemineur, uitgever médialem sc. (www.chateaudardenne.be)
Dank aan: Cardon Thierry, Centrum voor Historische Documentatie (CHD) van de Krijgsmacht, Daubois Henri, Dawagne Jacques, Delcourt Bernard, Dewulf Herman, Dufrasne Philippe, Haskell Ian,
Havers John, Lemineur Henri, Schelfaut Jacques en Wittemans Luc