Grimbergen, 17 september 2018. In het boek ‘Les Géants de Morville, l’histoire oubliée de l’aérodrome de Morville’ brengt auteur Nicolas Clinaz ons het verhaal over het vliegveld van Morville, precies een eeuw nadat er Duitse bommenwerpers waren gestald. Morville is een deelgemeente van de Belgische gemeente Florennes.
Nicolas Clinaz (°Nivelles, 1979) is natuurlijk geen onbekende. Hij is militair op de basis van Florennes en al lang gepassioneerd door luchtvaartarcheologie. In twintig jaar lokaliseerde hij zo’n 200 plaatsen waar tijdens de Tweede Wereldoorlog toestellen zijn neergekomen, op een dozijn van die locaties zijn ook bergingen uitgevoerd.
In tegenstelling tot het vliegveld van Cognelée was Morville nooit een basis voor zeppelins. Morville was het enige vliegveld in Wallonië dat gebruikt werd door de Riesen-Flugzeug-Abteilung 500 (RFA 500). De eerste Staaken-reuzenbommenwerpers kwamen eind maart 1918 toe in Morville. Het vliegplein had een prima infrastructuur om deze reuzenvliegtuigen te kunnen huisvesten. Nicolas noemt Morville ‘le premier aérodrome moderne de Wallonie.” Eind oktober 1918 verliet RFA 500 Morville. Twee kleinere Duitse jachteenheden zouden nog een korte periode gebruik maken van het vliegveld. Na het vertrek van de Duitse vliegtuigen werd het terrein ook beperkt gebruikt door twee Britse eenheden met de tweedekkers FE.2b en DH.4. In tegenstelling tot Scheldewindeke lieten de Duitsers de infrastructuur intact na hun aftocht, het meeste werd ontmanteld in 1919 en vrijwel iedereen vergat het bestaan van het vliegveld. Tot in 2014 leraar Christophe Bronkart en zijn school in Morville een tentoonstelling organiseerden over Morville tijdens de Eerste Wereldoorlog en natuurlijk ook aandacht hadden voor het voormalige vliegveld. De belangstelling van Nicolas Clinaz was toen gewekt. Na vier jaar onderzoek ligt dit schitterend boek over het Staaken-vliegveld nu op de boekenplank.
Aan de hand van opgravingen op het terrein in Morville konden funderingen worden blootgelegd van de vroegere gebouwen. Het belangrijkst zijn natuurlijk de opgravingen van de vele vliegtuigonderdelen, onder meer van de Staaken R.52 van Hauptmann Erich Schilling, commandant van RFA 500 en verongelukt in Morville. Het gaat hem waarschijnlijk om de enige overblijfselen van Staaken die ooit in Wallonië gevonden zijn. De Staaken waren de grootste vliegtuigen die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden ingezet. Ze hadden een vleugelspanwijdte van 42 meter, dezelfde als deze van een Airbus A400M. In het boek van Nicolas staan veel foto’s van de opgegraven stukken, die geven een idee van het schitterend archeologisch werk van de auteur.
Nicolas deed ook archeologisch onderzoek op de plaats waar op 10 november 1918 een Bristol Fighter van de RAF neerkwam, de laatste RAF-bemanning die het leven liet tijdens de Groote Oorlog. Het is precies de combinatie van onderzoek van archieven gecombineerd met het archeologisch onderzoek dat ‘Les Géants de Morville’ zo uniek maakt, echt een kolfje naar de hand van Nicolas. Pas 100 jaar na de eerste vluchten op Morville zijn de fundamenten van een van de loodsen vernietigd, weliswaar na eerst grondig te zijn onderzocht door Nicolas en zijn team van vrijwilligers.
Nicolas brengt een aantal merkwaardige verhalen die Morville een plaats geven in de geschiedenisboeken. Hij beschrijft onder meer de ultieme luchtgevechten (10 november 1918) met de laatste RAF-bemanningsleden die in Froidchapelle sneuvelden. Een dag later vond de allerlaatste vlucht plaats van de Eerste Wereldoorlog, die bracht een Duitse gevolmachtigde (generaal Hermann Geyer) naar… het vliegveld Morville.
Eerder dit jaar brachten we een artikel over ‘Nog drie uur vliegen naar Londen’, een boek over het vliegveld van Scheldewindeke (www.hangarflying.eu/nl/content/nog-drie-uur-vliegen-naar-londen). Twee auteurs schreven dit boek, nl. Jean-Marie Schepens en Marton Szigeti (°Dusseldorf, 1963), een kenner van de historische luchtvaart in Duitsland. Marton beheert een indrukwekkend fotoarchief (Deutsches Historisches Luftfahrtarchiv, DEHLA), schrijft voor verschillende luchtvaartmagazines en werkt aan een boek over de Duitse reuzenvliegtuigen. Heel wat prachtige foto’s in het boek over Morville van Nicolas Clinaz komen ook uit het DEHLA-archief. Zowel Scheldewindeke als Morville zijn tijdens WOI gebruikt door de Duitse reuzenbommenwerpers. Beide boeken zijn dus complementair en je moet ze echt wel allebei gelezen hebben, pure klasse!
Het werk van Nicolas is rijkelijk geïllustreerd met schitterende foto’s. Nicolas heeft oog voor alle details. In een onderschrift lezen we bijvoorbeeld dat een hoefijzer als geluksbrenger was aangebracht op een van de bommenwerpers. Als lezer hou ik bijzonder van de ‘toen en nu’ foto’s die duidelijke informatie geven over de locaties waar de geschiedenis van het vliegveld zich afspeelde. Nicolas verwijst ook naar begraafplaatsen waar bemanningsleden hun laatste rustplaats kregen.
Op zaterdag 15 september 2018 vond de officiële boekvoorstelling plaats in het ‘Musée Col Avi R. Lallemant – Mémorial Spitfire’ op de basis van Florennes.
Op 10 november wordt in Froidchapelle een gedenksteen onthuld voor de RAF-bemanning die er honderd jaar geleden sneuvelde. Een tentoonstelling over het vliegveld van Morville zal in deze gemeente doorgaan tijdens de weekends van 3/4 en 10/11 november 2018.
144 pagina’s, A4, zachte kaft, kleur, slechts 30 euro. Door de auteur uitgegeven in eigen beheer.
Bestellen via e-mail fc047604@skynet.be
Frans Van Humbeek